Guido Ara werd op 26 juni 1888 in Vercelli geboren. Op zijn vijftiende werd hij met een paar vrienden geïntroduceerd bij Pro Vercelli (op dat moment een gymnastiek- en schermvereniging). Toen door het bestuur werd gevraagd waarom hij en zijn vrienden onder de vlag van Pro Vercelli een voetbalteam wilden oprichten, antwoordde Ara tot hilariteit van de aanwezigen: “Om kampioen van Italië te worden.” Aanvankelijk kon hij moeilijk meekomen, maar Ara trainde hard en debuteerde in 1906 in de Tweede Categorie (het op één na hoogste niveau). Al snel volgden de grote successen (landstitels in 1908 en 1909) en groeide hij uit tot uitblinker binnen en buiten het veld.
Ara was lang en slank en had brede schouders. Hij had lange lenige benen en beschikte over de aangeboren fysieke kwaliteiten om vrijwel iedere sport met succes te kunnen beoefenen. Zo was hij onder meer kampioen in wielrennen, tennis, schaatsen en verspringen. Voordat hij begon met voetballen beoefende hij gymnastiek. Hij nam deel aan verschillende landelijke en regionale competities. Ara was een complete atleet.
Guido Ara vs. Enrico Bachmann, destijds de Zwitserse sterspeler van Torino. |
Hij kende geen angst voor de tegenstander en ook hard spel schuwde hij niet. Meestal deelde hij zelf niet de eerste klappen uit, maar hij schrok er niet voor terug om hard tegen hard te spelen met hier en daar een elleboogje. Zijn ferme uitspraken logen er ook niet om: “Voetbal is geen spel voor meisjes”. Naast de voetbaltrainingen hield Ara er nog enkele onconventionele trainingsmethoden op na. Zoals de tram achterna rennen en naar uitwedstrijden fietsen. Gedurende zijn voetbalcarrière koos hij ervoor in hoogbouw te wonen zodat hij veel moest traplopen.
Guido Ara en zijn broer Emilio waren er persoonlijk verantwoordelijk voor dat de schorsing die Pro Vercelli kreeg opgelegd na de met 10-3 verloren finale om de Scudetto tegen Inter (in de kampioenswedstrijd van het seizoen 1909/1910 stelde Pro Vercelli uit protest een jeugdelftal op omdat een groot aantal spelers was geselecteerd voor het militaire elftal) ongedaan werd gemaakt. De broers sprongen op de fiets en reden naar Genua, Florence, Rome, L’Aquila, Bologna en Milaan om een petitie te laten ondertekenen voor de Italiaanse voetbalbond. De bond besloot na ontvangst van de petitie de schorsing in te trekken. In 1911, 1912 en 1913 won Ara vervolgens drie titels op rij met Pro Vercelli.
In de Eerste Wereldoorlog diende Ara bij de artillerie op Monte Grappa. Na de Grote Oorlog keerde hij terug bij Pro Vercelli. Na het winnen van de zesde Scudetto in 1921, als speler/trainer, werd hij trainer van de ploeg. Het jaar daarop won hij in die rol de zevende en laatste Scudetto met Pro Vercelli. In 1925 maakte Ara nog wel kortstondig zijn rentree als speler in het eerste elftal van Pro Vercelli. Op 36-jarige leeftijd verscheen hij vier keer in de basisopstelling. Daarna hing hij zijn kicksen definitief aan de wilgen. Ara zou later nog trainer worden van onder andere Fiorentina, Roma, Milan en Genua. Ik zag eens een foto van hem op latere leeftijd. Hij was in zijn blote bast aan het trimmen. Onder de grijze haren op zijn hoofd en borst bevond zich duidelijk zichtbaar een nog altijd atletisch lichaam. Ara overleed op 22 maart 1975 op 86-jarige leeftijd in de renaissancestad Florence; de geboorte van een klassieke Italiaanse voetbalmythe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten