maandag 24 maart 2014

Pro Vercelli vs. Venezia 1-0

Pro Vercelli verpletterde Venezia tweemaal in de finale om het landskampioenschap in 1912. Op 28 april 1912 werd het 0-6 voor de Leoni in Venetië. Op 5 mei van dat jaar won Pro de return met maar liefst 7-0 in Vercelli. De wedstrijd in Venetië werd omschreven als een “monoloog” van De Withemden. Pro Vercelli toonde in de return een “overweldigende superioriteit”. Fysieke kracht en gedisciplineerd spel waren debet aan het succes van La Pro. Pro Vercelli-spits Carlo Rampini was de uitblinker dat seizoen. In beide finalewedstrijden was hij goed voor een hattrick. Het waren de laatste zes van de maar liefst 27 goals (in 19 wedstrijden) die hij dat seizoen scoorde. De overwinning betekende de vierde Scudetto voor Pro.

Afgelopen weekend ontmoetten beide ploegen elkaar weer in Vercelli. (Voor de wedstrijd werd stilgestaan bij de clubhistorie middels een minuut stilte voor de onlangs overleden Angelo Martino Colombo (van 1954-1959 doelman van Pro) en voormalig clubarts Ezio Parenti.) Pro Vercelli domineerde deze wedstrijd wederom. Beide ploegen kozen voor de aanval, waardoor het publiek op voorhand de winnaar was. Tot een monsterscore kwam het ditmaal echter niet. Scoren is momenteel niet de kernkwaliteit van Pro, zoals dat in 1912 wel het geval was. Vorige week in de wedstrijd tegen Pavia (0-0) bleek dat ook. Pro dwong tegen Pavia maar liefst zestien hoekschoppen af zonder te scoren. Ondanks een handvol kansen en mogelijkheden bleef het dit keer tegen Venezia bij één goal.

(SU CORTESE CONCESSIONE DELLA SOCIETA' F.C. PROVERCELLI)
Pro Vercelli won met 1-0, maar toonde agressie en aanvalslust met het virtuoze viertal Erpen, Fabiano, Greco en Marchi voorin. De winnende treffer viel zes minuten voor rust. Vanaf de rechtervleugel verzorgde Marconi een lage crosspass die door Erpen goed werd gecontroleerd en doorgegeven aan de inkomende Fabiano. Die laatste liet op zijn beurt de Venezia-keeper kansloos. In de tweede helft stortte Venezia ineen, de gasten eindigden de wedstrijd zelfs met negen man na twee rode kaarten. Scavone (paal), Statella, Marchi en Rosso kregen nog kansen op de 2-0, maar bij 1-0 bleef het. Dat bleek deze speelronde een meer dan voldoende resultaat te zijn, aangezien koploper Virtus Entella verrassend met 2-1 verloor in San Marino. Met nog vier speelronden te gaan, staat Pro nu op zes punten achterstand van de lijstaanvoerder. Op de voorlaatste speeldag gaat Pro nog op bezoek bij Virtus.

Pro Vercelli-trainer Scazzola: “Vandaag zag ik een goed Pro Vercelli, hoewel we de wedstrijd eerder in het slot hadden kunnen gooien. De ene goal die we maakten was wellicht te weinig. Of de competitie weer open ligt? Nee, dat duurt nog wel even: zes punten is veel, maar het kan nog steeds wel. We spelen een geweldige competitie, en vandaag speelden we met veel intensiteit. Uit zijn we helaas minder succesvol dan in het Piola Stadion: misschien komt dit doordat we beter spelen op kunstgras. Greco? Hij is een sleutelspeler, die eindelijk weer hersteld is van zijn blessure.”

(SU CORTESE CONCESSIONE
DELLA SOCIETA' F.C. PROVERCELLI)
Greco: “Ik ben blij met de cruciale overwinning van vandaag. Het lijkt alweer veel meer op het begin van het seizoen, maar we moeten proberen nog scherper te zijn. De sfeer is goed, we realiseren ons dat we een belangrijke competitie spelen. We leven van wedstrijd naar wedstrijd, en pakken wat ons toekomt.”

Fabiano: “Ik geloofde in de goal. Ik zag hoe Erpen de bal ging geven en ging toen blind voor de bal. Vandaag hebben we veel gecreëerd en goed voetbal laten zien, we hebben het signaal afgegeven dat we nog steeds leven.”

De titel lonkt nog steeds en zou een prachtige aanvulling zijn op het palmares van Pro. Zelfbewustzijn, wilskracht, hard werken en gedisciplineerd spel vormen het recept voor de komende weken. De geschiedenis leert dat alles dan mogelijk is, zoals Rampini & Co. ooit vanuit het niets hun dromen waar wisten te maken. Alessandro Dal Canto, trainer van Venezia: “La Pro is een sterk team en heeft alles in huis om te promoveren.”

zondag 9 maart 2014

Vincere!!!!!!!

Zondag, wedstrijddag, winnen!

Na Pro Vercelli vs. Valenzana in 2008 (1-1), Pro Vercelli vs. Pisa in 2011 (0-0), Pro Vercelli vs. Crotone in 2012 (0-2) en Pro Vercelli vs. Novara in 2013 (1-2) moet het vandaag eindelijk gebeuren: mijn eerste overwinning in het Silvio Piola Stadion.

“Je hebt er een mooie wedstrijd voor uitgekozen”, zegt Wim tijdens de koffie op een terras op het Piazza Cavour. In zijn stem klinkt een vleugje ironie. Cremonese, de tegenstander van vandaag, was aan het begin van de competitie immers titelfavoriet en is na een tegenvallende start opgeklommen richting de top van het klassement. De Tijgers, nummer vier op de ranglijst, staan nu nog maar twee punten achter De Leeuwen, die op de tweede plek staan. Er staat dus wat op het spel. Als Cremonese wint, streeft het Pro voorbij op de ranglijst. Bij winst voor de Bianche Cassache wordt er een gat van vijf punten geslagen en blijft Pro in het spoor van koploper Virtus Entella. Bij een gelijkspel lijkt niemand gebaat: nummer drie Vicenza kan dan boven Pro Vercelli komen, en Virtus Entella is dan bij winst de lachende derde.

Ik voel me echter bijzonder ontspannen. Dat is significant anders dan voor al die andere wedstrijden die ik bezocht. Mocht Pro onverhoopt verliezen dan zal het waarschijnlijk gelatenheid zijn geweest, maar voor nu heb ik er alle vertrouwen in. Het is 9 maart en de lente breekt door in Vercelli. Het zonnetje schijnt veelbelovend.

Na de koffie wandelen we nog wat door Vercelli. We proberen nieuwe routes te ontdekken, maar komen ook via de alternatieve wegen uit op welbekende plekken zoals Piazza Mazzini (waar Marcello Bertinetti en zijn vrienden in 1902 voor het eerst een balletje trapten) en het park achter het Silvio Piola Stadion (waar La Pro haar grootste successen vierde). We genieten er nog wat van de felle voorjaarszon en maken ons niet druk. Voor de lunch keren we terug naar het Piazza Cavour. We hopen Chris er ook te treffen, maar hij komt niet opdagen.

Met mijn replica van het traditionele witte wedstrijdshirt om de schouders vertrekken we iets na één uur richting het stadion. Met Luca hebben we afgesproken elkaar voor de wedstrijd nog even te treffen bij de ingang van de Curva Ovest. We zijn er ruim op tijd en treffen enkel wat vroege vogels van de harde kern aan. Alessio, die we gisteravond ontmoetten bij Café Imperiale, is één van hen. We kletsen wat over de wedstrijd die over ruim een uur zal beginnen. De leden van de harde kern luisteren met een half oor mee. Ze zijn duidelijk wat verbaasd om Pro Vercelli-fans uit Nederland te zien, weliswaar enigszins geïnteresseerd, maar vooral ook bezig met andere zaken. Er worden handeltjes gedreven in T-shirts en shawls van eigen makelij – voor tien euro per stuk ben ik ze rijker – en ook de kaartverkoop heeft de Curva in eigen hand. Het is een typisch Italiaans fenomeen dat we in Nederland niet kennen.

In de verte komt Luca aangefietst. Hij stapt af bij de stand van zijn supportersclub en verwelkomt ons hartelijk zodra hij ons ziet. We worden voorgesteld aan andere leden, schudden handen en gaan uiteraard op de foto met de hele groep. Forsa Pro! Ondertussen is het al twee uur geweest. Tijd om onze plekken op te zoeken aan de andere kant van het stadion. We wensen Luca en zijn vrienden een goede wedstrijd en lopen richting de ingang van de Tribuna Laterale. De kaartjes hebben we al, want die heeft de club ons via de elektronische snelweg ruim van tevoren toegestuurd. Het meisje van 1892 gaat ook met haar tijd mee. Bij de kaartverkoop zien we Chris, Andrea en Luca van Café Imperiale staan. Ze worden vergezeld door Francesco, een neef van Luca. Toevallig ken ik hem al via het wereldwijde web. Het is leuk elkaar eindelijk in het echt te treffen.

We blijken in hetzelfde deel van het stadion te zitten en gaan samen door de tourniquets naar binnen. Dit keer geen uitvoerige politiecontroles, zoals vorig seizoen in de Serie B nog wel het geval was. We zien dat de spelers van beide ploegen net het veld verlaten na de warming up. Chris en zijn vrienden hebben plaatsen schuin achter de dug-out van Cremonese. Wim en ik zoeken onze plekken op de monumentale hoofdtribune op. We begroeten wat bekenden en nemen dan plaats. We zitten achter een man en zijn vrouw. De man stelt zich voor als Alessandro. Hij heeft ons kennelijk Nederlands horen praten en vraagt waar we vandaan komen. Wat volgt is een kort gesprek zoals ik dat wel eerder in dit stadion heb gevoerd.
“We komen uit Nederland.”
“Nederland? Zijn jullie hier voor werk of op vakantie?”
“Nee, we zijn hier speciaal voor Pro Vercelli.”
Alessandro kijkt ons vol ongeloof aan. “Speciaal voor Pro? Werkelijk waar?”
Twee minuten later vraagt hij het weer: “Hoe lang zijn jullie hier op vakantie?”
“Nee, we zijn hier slechts een lang weekend, speciaal voor deze wedstrijd.”
Alessandro lacht. Hij kan het niet geloven, maar steekt zijn duim als blijk van waardering omhoog.

Dan betreedt de familie Piola de hoofdtribune. We herkennen elkaar meteen van een vorige keer. Silvio Piola’s dochter Paola geef ik het exemplaar van Half Drie dat ik voor haar heb meegebracht. Ik wijs haar op de passages over haar vader in mijn Pro Vercelli-artikel en ze is er oprecht mee verguld. Ik krijg een dikke knuffel en ze knijpt me als blijk van waardering in mijn wang. Silvio Piola’s kleinzoon Michele komt even naast me zitten en we praten wat over de wedstrijd die over een paar minuten van start gaat. Dan voegt hij zich weer bij de rest van de familie op hun vaste plaatsen. Voorzitter Massimo Secondo loopt ook nog even bij ze langs om zijn blijk van waardering voor hun aanwezigheid te geven. Kortom, iedereen zit er klaar voor en de wedstrijd kan beginnen.

De spelers komen op het veld en worden enthousiast onthaald door het publiek. De opstelling is zoals op zaterdag door Paolo d’Abramo voorspeld: Danilo Russo; Andrea Marconi, Francesco Cosenza, Alessandro Ranellucci, Max Scaglia; Giuseppe Statella, Andrea Rosso, Manuel Scavone, Giannino Fabiano; Ettorino Marchi en de na lange tijd in de basis teruggekeerde persoonlijke favoriet van mij: Horacio Erpen. In de wedstrijdselectie van Cremonese zitten enkele ex-spelers van Pro: Matteo Abbate, Gaetano Caridi en Giacomo Casoli. Er zijn ook aardig wat Cremonese-supporters meegereisd, en dat betekent in combinatie met het mooie weer een heerlijk Italiaans voetbalsfeertje. De Curva Ovest laat zich meteen van haar beste kant zien en uit het bezoekersvak wordt ook het nodige ingebracht. De spanning stijgt. Het belooft een spannende pot te worden.

(SU CORTESE CONCESSIONE DELLA SOCIETA' F.C. PROVERCELLI)
Direct na de aftrap vliegt Pro Vercelli er vol op en na drie minuten staan de Leoni al op voorsprong! Het is Erpen (!) die na een goed doorzetten Fabiano op links lanceert. Giannino geeft in de buurt van de cornervlag een prima voorzet richting het doelgebied, en dan ligt de bal opeens in het net. Ik spring omhoog om het doelpunt te vieren. Beide armen in de lucht. Vlak voor mij staat Alessandro te juichen, net als de rest van de mensen op de tribune. Alessandro geeft me spontaan een high five. Op het veld wordt de goal gevierd door Marchi, die door de stadionspeaker wordt aangewezen als doelpuntenmaker. De Curva Ovest scandeert zijn naam. Wat een start!
Vincere!” klinkt het door het stadion.

(Na de wedstrijd blijkt dat niet Marchi het doelpunt maakte, maar dat het een wonderschoon eigen doelpunt met het hoofd betrof van Cremonese-verdediger Caracciolo. Het doet uiteraard niets af aan de pret.)

Na twintig minuten spelen, kakken beide ploegen een beetje in. Het blijkt de spreekwoordelijke stilte voor de storm te zijn, want even later is de beer los. Cremonese-speler Bruccini maakt vlak voor de dug-outs een brute overtreding op Erpen, en onmiddellijk slaat de vlam in de pan in een samenloop van klassieke Italiaanse furie. Reservespelers bemoeien zich ermee en de beide trainers mengen zich in het opstootje om kemphanen uit elkaar te halen. We zitten op het puntje van onze stoelen en vrezen een regen rode kaarten. De scheidsrechter geeft geel aan Bruccini en wil vervolgens zijn gezag vestigen door volstrekt willekeurig ook geel te trekken voor nog een Cremonese-speler en een Pro Vercelli-speler. Campo van Cremonese en Cosenza zijn geheel onterecht de slachtoffers van de geldingsdrang van de arbitrage. Als dat maar goed gaat.

Pro laat zich echter niet gek maken en speelt het restant van de eerste helft degelijk uit, mede dankzij het uiterst solide verdedigingscentrum dat bestaat uit aanvoerder Ranellucci en Rambo Cosenza. Cremonese valt vies tegen en komt er simpelweg niet aan te pas.

In de rust loop ik naar de hekken waar de Curva Ovest achter huist en tref daar Alessio aan met een vriend en de schone dame die Ettorino adoreert. Ze laten er geen twijfel over bestaan: Marchi is de beste speler op het veld. De elegante spits is alom aanwezig en toont grinta, wat door de fans zeer wordt gewaardeerd. Tegen het einde van de rust tref ik Chris weer en hij is net als Wim ook onder de indruk van Marchi.
“Hij is veel groter dan ik dacht”, zeg ik.
Chris beaamt dat: “Op de schaarse beelden en foto’s op Internet leek hij inderdaad kleiner.”
Wim en ik besluiten de tweede helft te volgen bij Chris, Andrea, Luca, Francesco en hun vrienden.
Ik vertel Chris nog wat over het stadion: “Wist je dat Pro Vercelli-speler Luigi Bajardi hier in 1929 het eerste doelpunt ooit in de Serie A scoorde?”
Als het Forsa Pro! door het stadion klinkt, doe ik fanatiek mee. Forsa Pro! Forsa Pro! Forsa Pro! De tweede helft begint. Nu komt het er op aan. Vincere!

(SU CORTESE CONCESSIONE DELLA SOCIETA' F.C. PROVERCELLI)
We zitten dicht op het veld en kunnen de spelers goed zien, bijna aanraken. Eén van de nieuwe spelers aan de kant van Cremonese is Caridi. De supporters op onze tribune vermaken zich uitstekend met zijn optreden. Iedere bal op Caridi is de facto een bal voor Pro Vercelli. Cremonese doet het overigens wel iets beter dan voor rust, maar het duo Ranellucci & Cosenza houdt samen met de eveneens uitstekende doelman Russo de deur op slot.

Na ruim twintig minuten spelen in de tweede helft wordt Erpen gewisseld. Bij het verlaten van het veld heeft het publiek een groot applaus voor hem in petto. Ik klap ook voor de Argentijn die uitblonk met frivool spel en creatieve ingevingen. Mijn favoriet stond aan de basis van de openingstreffer en stal de show met een prachtige hakbal, die net niet tot een enorme kans leidde.
“Ik wil de fans bedanken voor hun steun en het applaus dat ze me gaven”, zal hij na de wedstrijd zeggen. “Ik geef elke dag ziel en zaligheid voor dit shirt.”

(SU CORTESE CONCESSIONE DELLA SOCIETA' F.C. PROVERCELLI)
Vincenzo Pepe is de vervanger van Erpen. Vijf minuten voor tijd smeert hij met een hoogstaand stukje acteerwerk Bruccini een tweede gele kaart aan, waardoor Cremonese het restant van de wedstrijd met tien man verder moet. Even daarvoor had de op rechts doorgebroken Marchi overigens nog de 2-0 op de schoen, maar Cremonese-keeper Galli keerde het schot van de publiekslieveling. De Cremonese-aanhang geeft het op en verlaat gedwee het stadion. Ze worden met hoongelach uitgewuifd door de Pro Vercelli-tifosi. In mijn enthousiasme wuif ik mee, maar ik realiseer me al snel dat de wedstrijd nog niet is uitgespeeld.

Vincere betekent strijden tot het einde. Met man en macht de overwinning over de streep trekken. Een aantal bloedfanatieke mannen is vlak voor ons bijkans in de hekken gevlogen om de ploeg bij te staan. Onder hen is Alessandro, die opeens van de tribune naar beneden is gestoven en tiert en scheldt dat het een lieve lust is. De mannen snakken naar het eindsignaal en gooien al hun passie in de strijd om het verlossende fluitje af te dwingen. Bijna krijgen ze collectief een hartaanval als Russo drie minuten in blessuretijd zijn doel heeft verlaten en Cremonese-speler Campo de bal op de valreep langs de doelman in het open doel kan schieten. Ongelooflijk, maar hij mist.

En dan klinkt het laatste fluitsignaal. Een massaal gejuich breekt los. Vincere!

De spelers vieren de overwinning op het veld en gooien hun shirtjes in het vak van de Curva Ovest. Ik krijg plotseling een dikke omhelzing van Alessandro en hij geeft mij spontaan zijn Pro Vercelli-sjaaltje. “Die draag ik altijd tijdens de wedstrijden. Nu is ie voor jou. Forsa Pro!

Wanneer de spelers het veld verlaten, valt hen een minutenlang aanhoudend applaus ten deel. Ik klap mijn handen stuk voor de helden.

(SU CORTESE CONCESSIONE DELLA SOCIETA' F.C. PROVERCELLI)
Eindelijk ervaar ik de glorieuze magie die in het Silvio Piola Stadion ligt verborgen. De droom wordt werkelijkheid.
Pro Vercelli speelde met intensiteit, teamgeest, karakter en vastberadenheid. Het zijn de mythische elementen die Pro een eeuw geleden zeven Scudetto’s brachten. Na zeven jaar mijn eerste overwinning... Het heeft zo moeten zijn, en ik herinner mij de woorden van Luca die een dag eerder vertelde dat het hard werken is om Pro Vercelli-fan te zijn.
“Jullie hebben de beste wedstrijd van het seizoen gezien”, zegt Luca na afloop van de wedstrijd.
Ik zeg: “Vincere!!!!!!!
We lachen en omhelzen elkaar.
“Je hebt het verdiend”, zegt Samuele.

Ten slotte was er de eervolle vermelding op de website van de Pro Vercelli-fanclub Ghigni Bianchi: “De fans uit het buitenland krijgen een 10: twee uit Nederland en één uit Engeland. La Pro kent geen grenzen als het op voetbalgeschiedenis aankomt. Ze zagen een prachtige wedstrijd, ze zagen hun team winnen en hadden een geweldige tijd met vele fans, in het bijzonder met ons op de tribune terwijl ze de wedstrijd in de zon volgden. Het cijfer 10 staat overigens gelijk aan het aantal biertjes per persoon dat we de avond ervoor met ze soldaat maakten.”

Dat laatste is uiteraard licht overdreven. “Forsa Pro!

zaterdag 8 maart 2014

Here Comes The King

Op zaterdagavond wachtte een ander hoogtepunt van deze reis naar Vercelli. We hadden een ontmoeting met Chris King, de Engelsman die in 2011 naar voren stapte als actieve Pro Vercelli-fan in het buitenland. Daar zijn er naast de ongeëvenaarde John Costa (een echte Vercellese woonachtig in de V.S.) en ik niet veel van. Chris heeft ook een tijdje een blog bijgehouden over Pro Vercelli en schreef twee prachtige Pro Vercelli-artikelen voor de website inbedwithmaradona.com. Ik beveel ze van harte aan, mocht u ze nog niet gelezen hebben. Naar aanleiding van zijn eerste artikel “The Mighty Lions Sleep No More” kwamen we via Internet met elkaar in contact. Afgelopen najaar spraken we af dit jaar te proberen om tegelijkertijd een wedstrijd in Vercelli te bezoeken.

Het is zijn tweede bezoek aan Vercelli, nadat hij in 2011 de play-off wedstrijd tegen Taranto (halve finale) in het Silvio Piola Stadion had bezocht. In de stromende regen stond hij zij aan zij met de Pro-tifosi de ploeg naar de overwinning te scanderen. “In mijn hele leven ben ik nog nooit zo doorweekt geweest”, zou hij er vanavond over zeggen. “Na afloop heb ik mijn kleren maar weggegooid.” Zijn eerste wedstrijd was meteen een legendarische overwinning (2-1). De mazzelaar! (Zeg ik, die tot op heden nog nooit het zoet van de overwinning in Vercelli heeft mogen proeven.) Dankzij twee goals van uitblinker Vinicio Espinal (de winnende diep in blessuretijd) positioneerde Pro Vercelli zich plotseling als favoriet voor het winnen van de play-offs, die uiteindelijk ook werden gewonnen waardoor Pro na 64 jaar weer mocht uitkomen in de Serie B.

Chris had al aangegeven dat hij pas zaterdagavond laat in Vercelli zou aankomen. Aangezien het Italiaanse openbaar vervoer niet altijd stipt is, ging ik er op voorhand van uit dat het wel eens heel laat zou kunnen worden. Tijd genoeg dus voor Wim en mij om uitgebreid te tafelen in restaurant La Vecchia Brenta. In Nebbiolo gedrenkte gnocchi met gorgonzolasaus, heerlijk bereid kalfsvlees en een mooie fles Barolo stonden op ons menu. Daarna vertrokken we naar de bar in ons hotel, voor Grappa toe. Tegen elven kwam er bericht van Chris, die net in Vercelli was gearriveerd. Op Facebook postte hij een mooie foto van het Piazza Cavour in het avondlicht met de magische Engelentoren op de achtergrond. De Grappa was van goede kwaliteit, dus hadden we nog voldoende geest om terug de stad in te gaan.

Voor Café Imperiale troffen we hem in gezelschap aan van de Pro Vercelli-tifosi Andrea, Alessio, Samuele, Riccardo en Luca (de eigenaar van de zaak). La Birra vloeide rijkelijk (zoals het plaatselijke en naar Pro Vercelli verwijzende La Bionda del Leone, a.k.a. Roarrr Beer, zie foto), en Luca bood er glaasjes Grappa bij aan. “Voor de buitenlanders”, zei hij erbij. “Want wij Italianen drinken dat spul niet.” Al snel was het een uitermate leuk en levendig samenzijn met Pro Vercelli, voetbal en sport als bindmiddel. Wim en ik verbaasden ons over de kennis die de Italianen hadden van de Nederlandse topsport. Sven Kramer, Bauke Mollema en Alfred Finnbogasson van Heerenveen waren hen absoluut niet onbekend. De Italianen luisterden op hun beurt geïnteresseerd naar de verhalen over mijn Pro Vercelli-avonturen. Vooral het verhaal hoe ik de voormalige Pro Vercelli-spits Simone Malatesta ooit in een interview uitdaagde een omhaal te maken in het Silvio Piola Stadion (een weekend later maakte hij er twee tegen de grote rivaal Casale) sprak tot de verbeelding. Malatesta ging na die wedstrijd, waarschijnlijk niet geheel toevallig, door het leven onder de bijnaam De Fietser en herhaalde het kunststukje vervolgens nog een aantal keer in dienst van Pro. Ondertussen breidde Chris zijn kennis uit van de essentiële schuttingtaal voor gebruik in Italiaanse voetbalstadions. Fanculo was het meest prominente woord dat ik langs hoorde komen. Andrea illustreerde het met de bijbehorende gebaren.

De Pro Vercelli-tifosi vertelden voorts wat een Pro Vercelli-speler maken of breken kan. Hard werken en modder op het shirt zijn de primaire vereisten. Over een speler als Pietro Iemmello waren ze dan ook niet echt te spreken. Volgens hen was hij nog nooit met een vuil shirt van het veld gestapt. Ik meende dat de talentvolle en recent teruggekeerde spits op wel wat meer krediet kon rekenen na zijn belangrijke treffer in de finale van de play-offs tegen Carpi (3-1) in 2012. Niets was echter minder waar. Ondertussen had ook een schone dame zich bij ons gevoegd, die zich zonder schroom als bewonderaarster van de huidige Pro Vercelli-spits Ettore Marchi profileerde. Ettorino, was de koosnaam die ze voor de clubtopscorer hanteerde. De tifosi waren het er over eens dat hij op dit moment de beste speler van Pro was. Zoals iedereen het eens was over het belang van de wedstrijd van morgen. Vooral de aanwezigheid van Chris werd daarom als een goed omen gezien – hij had de club immers al eens eerder op een cruciaal moment naar de overwinning geholpen. Uiteraard hoopte ik in zijn slipstream eindelijk ook eens een overwinning mee te mogen maken. Morgen moest het tegen de geduchte tegenstander Cremonese gebeuren. Ik had er alle vertrouwen in. Forsa Pro!

Het werd laat die avond. Het klikte met Chris en mede dankzij hem leerden we weer enkele nieuwe Vercellese vrienden kennen. We spraken af om elkaar de volgende dag voor de wedstrijd te treffen. Niet iedereen kon daar overigens bij zijn. Eén van de jongens had een lange dag werken in de rijstvelden voor de boeg. Rondom vijf uur ’s ochtends moest hij weer voor dag en dauw opstaan. Wedstrijdbezoek zat er voor hem helaas niet in. Het is het lot van meer Vercellese. Chris zei dat hij op zondagochtend graag met ons Vercelli nader wilde verkennen, maar zover zou het niet komen. De volgende dag sms’te hij rond het middaguur dat hij nog tot diep in de nacht had doorgezakt in zijn hotelbar. Zoals het een echte Engelsman betaamt.

We troffen The King pas vlak voor de wedstrijd weer.

Albano Vercellese, Aldo Milano en de vraagtekens

Zaterdagmiddag hebben we een afspraak met onze Pro Vercelli-vriend Luca. Rond 14 uur komt hij voorrijden in zijn auto. We begroeten elkaar hartelijk. Het is alweer meer dan een jaar geleden dat we elkaar voor het laatst troffen, maar het is goed om elkaar weer te zien. In dat jaar is Luca tot voorzitter van één van de supportersverenigingen gekozen. Hij heeft voor ons twee gave Pro Vercelli-caps meegebracht. “De laatste twee die we nog hadden. Ze zijn helemaal uitverkocht.” Ik overhandig hem met genoegen een exemplaar van het magazine Half Drie met mijn Pro Vercelli-artikel erin. “Voor mijn grote Pro Vercelli-vriend Luca”, heb ik erin geschreven, “die mijn Pro Vercelli-avonturen mede mogelijk heeft gemaakt.” Luca komt ook in het verhaal voor en neemt het met trots in ontvangst.

Ons laatste avontuur ging naar de graven van de legendarische Pro Vercelli-spitsen Carlo en Sandro Rampini in Caresana, circa vijftien kilometer ten zuiden van Vercelli. Dit keer heb ik voorgesteld om naar Albano Vercellese te rijden, een klein dorp van zo’n duizend inwoners vijftien kilometer ten noorden van Vercelli. In 1921 kwam Pro Vercelli-speler Aldo Milano III, de derde van de vier gebroeders Milano die voor Pro Vercelli uitkwamen (op de foto rechts poserend naast zijn oudste broer Giuseppe Milano I), er om het leven in een situatie die nooit helemaal is opgehelderd. Luca blijkt zijn huiswerk te hebben gedaan en is ondertussen ook bekend met het Aldo Milano-verhaal. Ik schreef er al eens eerder over in het artikel Brazilië, de Eerste Wereldoorlog en de gebroeders Milano, sinds jaar en dag het best gelezen artikel op dit blog. De hamvraag in de kwestie Aldo Milano is of hij nu wel of niet een fascist was. In Il Grande Libro della Pro Vercelli, op zich een heel betrouwbare bron, wordt hij kortweg neergezet als militante fascist. Een artikel op internet uit 2002, met uitvoerig bronmateriaal, stelt dat hij nadrukkelijk geen fascist was. Wie weet of er in Albano nog iets over terug te vinden is?

Onderweg naar Albano bespreken we de politieke situatie in Italië, die volgens Luca nog steeds fragiel is. In Vercelli valt het volgens hem nog wel mee met de gevolgen van de crisis, ook omdat veel inwoners werkzaam zijn bij de overheid en in de rijstindustrie. Mensen moeten immers altijd eten. In stadjes zoals het nabij gelegen Biella heeft de crisis volgens hem echter wel flink huisgehouden. Vooral de textielindustrie daar heeft het zwaar te verduren. Evenwel heeft hij onlangs met vrienden in Biella een bakkerij met eetgelegenheid geopend. De zaken gaan betrekkelijk goed. Mensen moeten immers altijd eten. We rijden ondertussen langs de rijstvelden die in deze tijd van het jaar droog liggen. Over een maand staan ze weer onder water, en in juni volgen de gevreesde muskieten.

We rijden Albano binnen en passeren het gemeentehuis. Op het plein voor het gemeentehuis is het lokale carnavalsfeest gaande. Mensen zitten aan lange tafels te genieten van het goede leven. Na de grote carnavalsviering in Vercelli van vorige week, heeft het feest zich nu naar de omliggende dorpen verplaatst. De Vercellese Prins Carnaval Andrea Cherchi is uiteraard present. The man with the pirate hat, zoals de Britse Pro Vercelli-fan Chris King hem pleegt te noemen, valt meteen op in het gezelschap. We parkeren de auto voor de plaatselijke kerk en gaan op zoek naar de school waar Milano III werd doodgeschoten. Luca stelt voor eerst terug naar het gemeentehuis te lopen en daar iemand te vragen of er nog iets over deze trieste gebeurtenis is terug te vinden.

Op het plein voor het gemeentehuis staat een groot bronzen beeld van een strijder uit de Eerste Wereldoorlog. Rondom de sokkel zijn verschillende marmeren stenen geplaatst. Zou één ervan misschien de herinneringssteen zijn die centraal stond in het Milano-drama? De inscriptie is echter van 1923, twee jaar na het voorval. De herinneringssteen die de aanleiding vormde voor het drama, waarop de gevallen soldaten in de Eerste Wereldoorlog tot ongenoegen van fascistische milities werden geëerd als helden van de proletarische revolutie, is dus verwijderd. We besluiten iemand te vragen of die meer weet. Voor de ingang van het gemeentehuis treffen we een paar mannen en het is meteen raak. We blijken exact op de plek te staan waar Aldo Milano omkwam. Vroeger bevond de school zich namelijk ook in dit gebouw. “Kijk, vanaf het balkon boven jullie hoofd werd hij neergeschoten”, vertelt één van de mannen, om vervolgens te wijzen naar de stoep waar wij staan. John Foot schrijft in zijn boek Calcio; a history of Italian football dat de dode Milano III daar mogelijk de hele nacht heeft gelegen. Het is een vreemde gewaarwording.

Wat volgt is een interessante geschiedenisles over het voorval. Vorig jaar is volgens de mannen namelijk nieuw onderzoek gedaan naar de gang van zaken op basis van de plaatselijke gemeentearchieven. Eén van de mannen verhaalt over de jaren Twintig toen Mussolini en zijn fascisten opkwamen. Om hun kracht te tonen werden rally's georganiseerd in de steden en de dorpen. De toenmalige burgemeester van Albano verbood de fascisten echter de toegang tot zijn dorp, en de gemeentesecretaris gaf veldwachters de opdracht om het vuur te openen zodra een fascistische militie zich in het dorp zou vertonen. Toen Aldo Milano en zijn vrienden op het schoolplein verschenen, openden de veldwachters meteen het vuur en dat werd Milano fataal. Overigens nam de burgemeester, een socialist, volgens de man de verantwoordelijkheid op zich, ook omdat de gemeentesecretaris kleine kinderen had en een gezin om voor te zorgen. De burgemeester zat hiervoor uiteindelijk meer dan twintig jaar in de gevangenis. Na de Tweede Wereldoorlog keerde hij terug in zijn ambt en werd hij ontvangen als een lokale held.

Hoe objectief zijn die gemeentearchieven dan? Ik vraag het mij af. Of Milano III nu een fascist was of niet blijft voor mij dan ook een raadsel. Feit is volgens de man wel dat de fascisten later een bronzen buste in het gemeentehuis plaatsten om hun ‘martelaar’ te eren. Luca vraagt aan de man of het beeld er nog is. Hij zegt van ja, maar we kunnen het niet zien. Na de Tweede Wereldoorlog is het beeld verwijderd en diep opgeborgen in de kelders van het gemeentehuis. (De teruggekeerde burgemeester zal daar ongetwijfeld mee te maken hebben gehad.) De eerder genoemde bron uit 2002 stelt echter dat Aldo Milano absoluut niet heulde met de fascisten, hij zou zelfs hebben behoord tot een vrijmetselaarsloge in Vercelli waardoor politieke betrokkenheid voor hem uit den boze was. Aldo Milano zou enkel en alleen naar Albano zijn gegaan om zijn in de Eerste Wereldoorlog omgekomen broer Felice – voor de oorlog zeer succesvol als Pro Vercelli-speler – te eren en vervolgens in deze ongelukkige situatie zijn omgekomen. Volgens die bron zouden ook de vrienden van Milano III niet als militante fascist bekend hebben gestaan. Als de gemeentearchieven kloppen dan heeft hij in ieder geval geen schijn van kans gehad, zoveel is zeker.

Volgens een andere bron was Aldo Milano: “Een goede jongen, genereus, loyaal, een tikje verlegen, maar zeer enthousiast voor competitiesport”. Dat lijkt mij uiteindelijk het beste beeld om hem te herinneren. De zesde Scudetto van Pro Vercelli in 1921 werd niet voor niets aan hem opgedragen.

Het carnavalsfeest is ondertussen voorbij en de mannen moeten helpen opruimen. We danken hen voor hun tijd en moeite en maken nog enkele foto's van de plek. Luca is blij met de ontmoeting en de verhalen, want de voorzitter van een supportersvereniging hoort dit natuurlijk te weten. We lopen nog wat door het dorp en stuiten op een traditionele boerderij die Luca ons wil laten zien. Ook daar is het verrassend levendig op de binnenplaats. Er blijkt een jaarlijks culinair evenement plaats te vinden en we worden hartelijk verwelkomd door een groep zestigplussers. We ontkomen er niet aan om een kijkje in de keuken te nemen, waar een groep dames traditionele gerechten aan het bereiden is. Agnolotti, bonen, rundgebraad, paprika's uit de oven en alles met verse kruiden. Uiteraard blijken de oudjes Pro-fans te zijn en ontkomen we er ook niet aan met hen op de foto te gaan. Forsa Pro!

Op de terugweg spreken we met Luca over het huidige Pro. Hij betwijfelt of de tactiek van Pro Vercelli tot resultaten zal leiden na de teleurstellende prestaties van de afgelopen maanden. Volgens hem hadden de tegenstanders de tactiek van Pro – alle ballen op eenzame spits Marchi – na vijftien speelronden wel door en wordt daar nu handig op ingespeeld. Pro moet volgens hem meer gevarieerd spelen en niet meer enkel op de doelpunten van Marchi gokken. Hij kan zich wel vinden in mijn pleidooi om de creatieve Erpen weer op te stellen. We zijn het eens dat de wedstrijd van morgen cruciaal is om mee te blijven doen in de titelstrijd. “Pro zal morgen winnen”, zeg ik met overtuiging.

We blikken ook nog even terug op het vorige seizoen in de Serie B. “Een ramp”, volgens Luca. Met lood in de schoenen was hij naar de wedstrijden gegaan, keer op keer leidend tot teleurstellingen. Dan werd weer gewonnen van Spezia en groeide terstond de hoop, om een week later weer aan gruzelementen te worden geslagen na een zoveelste nederlaag. Nee, op de degradatie viel volgens hem niets af te dingen. Het was bar en bar slecht. “We hebben niet voor niets de doelman tot speler van het jaar gekozen”, merkt hij zijdelings op. “Als je een doelman die meer dan zestig tegentreffers incasseert tot speler van het jaar kiest, zegt dat alles over het seizoen en de ploeg. Het is hard werken om Pro-fan te zijn”, zegt Luca. “In die zin ben jij ook al een echte Pro Vercelli-tifoso”, zegt hij tegen mij. “In al die jaren dat je de club bezoekt, heb je Pro immers nog nooit zien winnen.”

“Dat is waar, maar dat zal morgen veranderen”, zeg ik hem.

Luca moet dat nog zien: “Nu is het vooral hopen op betere tijden. En hopen dat voorzitter Secondo aanblijft. Hij is de redder van de club, de man met de middelen. Hij heeft Pro Vercelli zo goed georganiseerd als nooit eerder in de historie het geval is geweest. De vraag is echter hoe lang Secondo door wil gaan. Het uitblijven van de publieke belangstelling is een groot zorgpunt. Dat is na het faillissement van een flink aantal jaren terug eigenlijk nooit meer goed gekomen. Een hele generatie supporters is verloren gegaan omdat de vaders het toen lieten afweten en hun kinderen niet meer meenamen naar het stadion. Zoals dat vroeger in mijn jeugd nog wel het geval was. Nu nemen veel vaders hun kinderen liever mee naar Turijn of Milaan voor Serie A-wedstrijden.”

Vlak voor we Vercelli weer binnenrijden passeren we het hoofdkantoor van het miljoenenbedrijf van de voorzitter: Senior Service. Is dat toeval? We dromen nog even samen weg bij de gedachte aan wat als we allebei een miljoen hadden? “Dan gaan we de club samen leiden!” zeggen we in koor. Sweet dreams? Ach, de zoete dromen maken La Pro juist in essentie zo mooi. Terug in Vercelli wandelen Wim en ik nog even door de stad. We lopen plotseling langs een aantal grote marmeren herinneringsstenen met tientallen gebeitelde namen erop (foto boven). Eén van de stenen herinnert aan de gevallenen in de Eerste Wereldoorlog. Mijn oog valt meteen op de naam van Sergeant Felice Milano van de 38e infanterie. De tweede van de vier gebroeders Milano. Is dat toeval? Zou zijn jongere broer Aldo dan toch ter herinnering aan hem naar Albano zijn gegaan?

Il bello del calcio, continued...

Aan het eind van de middag kom ik met mijn goede vriend Wim aan in Vercelli voor nieuwe voetbalavonturen. Na te zijn ingecheckt in het hotel ploffen we neer op een terras op het beeldschone Piazza Cavour om van de vroege lentezon te genieten. Het is er goedgevuld met uitgelaten Vercellese. Aan een tafel in de hoek van het terras zitten twee gezinnen gezellig te keuvelen. Een forse man met een Zuid-Italiaans uiterlijk, kort haar en een stevige stoppelbaard zit er met zijn dochtertje op schoot. Het is Francesco Cosenza, alias Rambo, de robuuste centrale verdediger van Pro Vercelli. Zo nu en dan schiet een voorbijganger hem aan om te praten. Het gaat vast over voetbal, zondag wacht immers de uiterst belangrijke wedstrijd tegen Cremonese. Kwestie van aanhaken of afhaken in de titelrace.

Na een tijdje staat Cosenza op. Hij haalt van onder de tafel een voetbal tevoorschijn en trapt een balletje met zijn dochtertje. Schaterend van plezier rennen de twee achter de bal aan. Het duurt niet lang of een andere Pro Vercelli-speler laat ook zijn gezicht op het plein zien. Het is spits Giuseppe Greco, tevens Zuid-Italiaan, die Cosenza hartelijk groet. Een derde man sluit zich bij het tweetal aan en al snel begint een ontspannen rondo in de hoek van het Piazza Cavour. De spelers tonen hun voetbalkwaliteiten en de bal gaat speels van man tot man. De kinderen dollen er omheen. Ik bekijk het van een afstandje en geniet. Het is een prachtige binnenkomer voor mijn terugkeer in Vercelli. Mijn laatste bezoek aan Vercelli sloot ik immers zelf af met een balletje trappen met vrouw en kind op een mooie plek in het provinciestadje. Il bello del calcio.

Als de zon achter de gekleurde gebouwen aan het plein verdwijnt, vertrekken de spelers en hun aanhang ook. Morgenochtend om half elf staat de laatste training voor de wedstrijd van zondag op het programma. De persofficier van Pro vertelde mij eerder deze week dat die toegankelijk is voor fans, dus ook wij maken het niet al te laat.

Die zaterdagochtend zijn we op de training present. Het is mijn eerste training in het Silvio Piola Stadion en ik ben benieuwd naar wat we te zien krijgen. In de eerste plaats is dat een hartelijk welkom van het plaatselijke journalistengilde, bestaande uit Raffaella Lanza (La Stampa), Hervé Sacchi (Frazer TV en Magica Pro) en Paolo d’Abramo (Corriere Eusebiano). Met Paolo had ik afgesproken om bij te praten over Pro en over het artikel dat ik heb geschreven voor het voetbalhistorisch tijdschrift in boekvorm Half Drie. In Corriere Eusebiano schrijft hij die avond het volgende over onze ontmoeting: “Gideon kwam vrijdag in Vercelli aan om de wedstrijd op zondag tegen Cremonese te zien, samen met Chris King die overkomt uit Engeland. Hierbij een interview met Gideon uit Den Haag die in 2008 voor het eerst naar Italië kwam om Pro te zien spelen: ‘Sinds zo’n tien jaar volg ik Pro en een paar jaar later reisde ik naar Vercelli om te kijken. Ik herinner me de wedstrijd tegen Valenzana die in 1-1 eindigde en afgelopen jaar zag ik onder andere Pro Vercelli vs. Crotone. Pro Vercelli is een sportclub die geschiedenis heeft geschreven en niet alleen in Italië. Dit jaar begon als een positieve verrassing voor mij omdat het niet de verwachting was dat Pro het zo goed zou doen. In januari is er niet al teveel veranderd en ik hoop dat Pro snel weer dynamisch spel zal laten zien, bijvoorbeeld met spelers zoals Ruggiero en Erpen, die we de laatste tijd niet zoveel hebben gezien maar die wel over de nodige kwaliteiten beschikken.”

De training verloopt ondertussen ontspannen. Toch is duidelijk dat er veel op het spel staat. Op de helft van de training verschijnen bijvoorbeeld voorzitter Massimo Secondo en sportief directeur Massimo Varini op het trainingsveld. Onder toeziend oog van het tweetal worden wat collectieve rek- en strekoefeningen afgewisseld met een partijvorm tussen een mogelijk basiselftal en de reserves. Paolo wijst me erop dat ik de foto’s die ik maak niet op Facebook mag plaatsen omdat dit de tegenstander in de kaart kan spelen. Tegen het einde van de training verschijnt Cosenza een moment aan de zijlijn. Het lijkt erop dat hij me van gisteravond herkent en hij begroet me met een hartelijke glimlach: “Ciao!” De training eindigt met penalty’s die vrijwel allemaal met overtuiging hard en hoog achter doelman Danilo Russo worden geschoten. De toon is gezet. “Erpen zal morgen spelen”, verklapt Paolo dan. Volgens hem was dat wel duidelijk geworden op de training. Later die dag schrijft hij dat hij op basis van de training verwacht dat de Argentijn Marchi in de spits zal vergezellen. Op het middenveld spelen naar verwachting Rosso, Scavone, Statella en Fabiano. De achterhoede staat met Marconi, Ranellucci, Cosenza en Scaglia op voorhand wel vast. Net zoals Russo op goal.

Uiteraard bezoeken we na de training traditiegetrouw de persconferentie, dit keer met trainer Cristiano Scazzola. Bij binnenkomst wordt Il Mister meteen doorgeleid om handen te schudden met het bezoek uit Nederland. Op verzoek van de aanwezige pers poseren we een moment samen, met Half Drie in het midden. Daarna volgt het vraag- en antwoordspel met de journalisten. Scazzola: “Pro Vercelli is zich ervan bewust dat we de laatste tijd slecht hebben gespeeld, maar we laten het verleden rusten. We zullen met het sterkste team spelen. Ik verwacht een echte voetbalwedstrijd. Cremonese heeft een mooie historie en heeft dit jaar een team gebouwd om te winnen. Ik verwacht een belangrijke wedstrijd voor ons en dat we zullen doen wat we moeten doen. We hebben een fantastische instelling, ondanks de moeilijkheden die we hebben gekend, en dit is die ene wedstrijd die we nodig hebben. Iemmello heeft de hele week al problemen en Greco is nog steeds aan het herstellen. Scavone heeft gewoon getraind en Bani ligt er drie dagen uit. De kritiek hoort bij dit werk, zoals afgelopen zondag na een slechte prestatie. Morgen krijgen we de mogelijkheid om ons te revancheren. We hebben vaak goed en ook excellent gespeeld, maar de overwinning bleef uit. Morgen slaan we die bladzijde om. De fans volgen ons op de voet en we beloven zoals altijd het maximale te geven. We zullen proberen sommige aspecten te verbeteren en het beter te doen dan voorheen.”

Dan is de persconferentie afgelopen. Scazzola staat op en loopt nog even onze richting uit voor een hand. Sympathiek. Ik wens hem veel succes zondag.

maandag 3 maart 2014

Half 3, nummer 12: 'Il bello del calcio', over de liefde voor Pro Vercelli

Pro Vercelli is een droomclub. Een voetbalclub waarbij je weg kan dromen. Over de terugkeer van vervlogen tijden. Dromen van de Serie A. Van een achtste Scudetto.

"Pro zit in je hart", zeggen de tifosi in Vercelli.

Pro Vercelli heb ik in mijn hart gesloten. Zoals Asterix & Obelix. De helden uit het dorpje dat dapper weerstand biedt tegen de overheersers. Geboeid las ik de verhalen van jongs af aan en ik geniet ervan hoe mijn zoontje de stripboeken nu verslindt. Over de avonturen, de karakters, de vriendschappen, de toverdrank, de overwinningen.

La Pro boeit mij evenzeer sinds ik haar zo'n twaalf jaar geleden voor het eerst zag. Sinds 2008 zocht ik haar min of meer jaarlijks op. Ik wilde haar zien en beter leren kennen. De verhalen horen over die prachtige witte leeuwin verscholen in het struikgewas.

In Vercelli voelde ik me meteen welkom en thuis. Ik zocht naar de historische sporen van Pro Vercelli. Piazza Mazzini, het graf van Silvio Piola, het geboortedorp van de Rampini's. Bezocht wedstrijden in de Serie C2, Serie C1 en Serie B. Op plekken zoals het terras op het Piazza Cavour en in het park achter het Silvio Piola Stadion legde ik verslag van mijn eigen Pro Vercelli-avonturen. Vaak in het zonnetje, met een espresso of vino erbij. En met de bedoeling er ooit een verhaal over te schrijven.

Dat resulteerde in eerste aanleg in dit blog. Een oprechte uiting van mijn passie voor de club en een wekelijkse vingeroefening in het schrijven. Een mooie manier om het verhaal van Pro te vertellen in het Nederlands. Ik had niet eerder geblogd en was verrast dat de artikelen over de hele wereld werden gelezen. De reacties waren enthousiast en dat was een stimulans om door te gaan.

Gestaag werkte ik dan ook door aan het verhaal. Uiteindelijk kwam ik in contact met Ruud Doevendans en hij maakte publicatie mogelijk in het voetbalhistorische tijdschrift in boekvorm Half Drie. Een prachtig podium voor een Pro Vercelli-verhaal in het Nederlands. Op 28 februari jongstleden verscheen Half Drie, nummer 12. Met daarin het verhaal over Pro Vercelli.

Hoofdredacteur Doevendans: "En tot slot vragen wij uw speciale aandacht voor het verhaal in de vorm van een liefdesverklaring over de vroegere Italiaanse topclub Pro Vercelli, honderd jaar geleden de belangrijkste club in dit voetbalgekke land. Schrijver Gideon van der Staaij zocht een blad dat het wilde publiceren. Zijn wij even blij dat geen ander medium ons vóór was."

Half Drie, nummer 12, nu te verkrijgen via: http://www.halfdrie.nl/half-3-nummer-12/