maandag 26 september 2011

De bijzondere derde helft

Na de wedstrijd blijven we nog even achter op de Tribuna Centrale en zien hoe het Silvio Piola Stadion rap leegloopt. Uiteindelijk als we bijna de laatsten op de monumentale hoofdtribune zijn, besluiten we ook weg te gaan. Maar dan loop ik plotseling Stefano tegen het lijf. Hij is werkzaam in de communicatie van de club en één van mijn contacten via de elektronische kanalen die ons tegenwoordig ter beschikking staan. We hebben elkaar nog niet eerder in levende lijve ontmoet en schudden elkaar de hand. W. stelt zich ook voor aan Stefano. Bericht van onze komst blijkt hij helaas niet te hebben ontvangen, had hij het geweten dan had hij zeker graag een en ander voor ons georganiseerd. Ik vind het niet erg, het is vooral leuk hem nu spontaan tegen het lijf te lopen.

“Kom mee,” zegt Stefano. “Dan laat ik zien wat ik nu kan laten zien. Heb je de voorzitter al ontmoet?” Stefano leidt ons de tribune af naar lager gelegen gebied en daar treffen we Massimo Secondo en één van zijn secondanten. Na een korte introductie in het Italiaans door Stefano reikt Secondo mij hartelijk de hand. Oprecht verbaasd vraagt hij hoe een Nederlander er toe komt Pro Vercelli te supporteren. Ik vertel over mijn liefde voor Italië, geschiedenis en calcio en hoe dat alles voor mij samenkomt in Pro Vercelli. De uitleg wordt met warmte en begrip ontvangen. Ik wil vervolgens niet teveel beslag leggen op de kostbare tijd van de voorzitter en wens hem alle succes. Stefano knipt ondertussen nog een foto van ons beiden voor zijn website.

“Of we mee gaan naar de perskamer,” stelt Stefano voor. Dat willen we uiteraard wel. Lenig loodst hij ons langs de suppoosten en opeens bevinden we ons op de bovenetage van het bijgebouw in de hoek van de Oost-tribune tussen allerlei journalisten. De persruimte blijkt geheel vernieuwd te zijn en wordt vandaag voor het eerst in gebruik genomen. Stefano wijst twee stoelen aan waar we mogen plaatsnemen. Vanaf onze plekken slaan we de journalistieke bezigheden om ons heen gade.

Aan de centrale tafel voorin wordt een speler geïnterviewd, Stefano duikt er met zijn camera bovenop om het laatste nieuws mee te pakken. Aan de andere kant van de zaal staan camera’s opgesteld en worden interviews gehouden voor tv. De spelers staan voor grote plakkaten met sponsornamen. Het ziet er zeer professioneel uit. Eén van de spelers die wordt geïnterviewd is verdediger Francesco Battaglia. Hij vertelt dat het gelijkspel tegen Pisa een terechte uitslag is. “Achterin houden we het dicht, maar voorin kunnen we het lastig afmaken. Ik zie het als een gewonnen punt, ook al speelden we thuis en wil je dan het liefste winnen.” Hij geeft aan dat het hele team verantwoordelijk is voor het resultaat en wijst suggesties dat Braghin of de aanvallers het specifiek laten afweten van de hand.

Stefano wenkt naar ons en wijst naar algemeen directeur Giancarlo Romairone die de zaal komt binnengelopen. Of ik zometeen met hem op de foto zou willen. “Natuurlijk wel, dat is geen enkel probleem,“ antwoord ik. Even later sta ik zelf voor een groot Pro Vercelli-logo handen te schudden met een van de architecten van het huidige succes van de club. Romairone is de tweede man binnen de club en onder andere verantwoordelijk voor het transferbeleid. Hij is een mooie sierlijke man, met halflange glanzende donkere haren. Hij straalt van oor tot oor en heeft een schoonheidsvlek zoals die door Marilyn Monroe in de jaren ’50 werd geïntroduceerd onder filmsterren. Romairone blijkt ook allervriendelijkst en nodigt me uit een volgend bezoek aan Pro Vercelli bij hem aan te kondigen. Hij ontvangt me dan graag. “Hopelijk dan in de Serie B,” zeg ik hem. Mijn bravoure wordt door de algemeen directeur met een welgemeende glimlach beantwoord. Duidelijk een man die ook durft te dromen en denkt in mogelijkheden. We schudden elkaar nogmaals de hand en ik neem plaats op mijn stoel naast W., die zo aardig was de ontmoeting vast te leggen voor het nageslacht. Gelukkig geniet hij net als ik van de bijzondere derde helft.

Ondertussen heeft Simone Malatesta achter de centrale tafel plaatsgenomen. Ik bekijk hoe hij de vragen van flink wat journalisten beantwoordt. Allereerst geeft hij aan zeer te spreken te zijn over het enthousiasme van de Pro Vercelli-aanhang. Malatesta bevestigt dat Pro Vercelli weer de nodige kansen wist te creëren, maar dat het spel de laatste meters steeds stokt. “Maar als we kalm blijven komt het vanzelf goed,” vertelt De Bommenwerper. “Ikzelf ben gelukkig weer helemaal terug en voor nu tevreden,” voegt hij eraan toe. Het was de afgelopen maandenvoor hem dan ook hard werken om weer helemaal fit te worden.

Dan is het de beurt aan de trainers. Ze komen gelijktijdig de perszaal binnen. Maurizio Braghin draagt een rode polo, “Arie Ribbens” – W. ziet een sprekende gelijkenis tussen de bebaarde Pisa-trainer Pagliari en de Brabantse feestzanger – is in het blauw. Braghin neemt plaats achter de interviewtafel en “Arie Ribbens” zoekt achterin de zaal de camera’s op. Braghin vertelt gedeeltelijk tevreden te zijn met het resultaat. “Gezien het weinige fortuin dat de ploeg momenteel treft, was dit het maximale resultaat dat we vandaag konden boeken,” aldus de trainer. Daarna prijst hij zijn defensie: “We hebben weinig weggegeven.” En draait hij niet om de hete brij heen: “In voetbal gaat het om de details en we blijken niet in staat te zijn om de verlossende goal te maken. Daar straffen we onszelf mee.” Op de achtergrond spreekt “Arie Ribbens” woorden van gelijke strekking.

Na afloop van de persconferentie van Braghin besluiten we bescheiden te zijn en kondigen we ons vertrek aan. We danken Stefano zeer voor de introductie bij de club en ik beloof contact te houden. Op het dakterras richting uitgang houden we nog even halt en turen over het veld van het voetbalstadion. Het is prachtig zomers zondagnamiddagweer. In een hoek van het veld staan Secondo en Romairone na te praten. We zwaaien nog eens vriendelijk naar elkaar. Dan tikt de perschef ons op de schouders. Hij vraagt of we nog twee minuten willen wachten. Even later keert hij terug met een officiële clubvaandel in zijn hand en biedt het mij aan namens de club. Mijn passie voor de club wordt bijzonder op prijs gesteld, vertelt hij erbij. Ik neem het cadeau hartelijk in ontvangst. We turen nog eenmaal over het complex en zien in onze linkerooghoeken Braghin vluchtig wegbenen over de Via Massaua.

“Wat een warme familiaire club,” zegt W. bij het verlaten van het stadion. En zo is het. Buiten het stadion word ik aangehouden door een jongeman. Hij stelt zich moeizaam voor en wijst naar mijn klassieke Pro Vercelli-shirt. Ik begrijp niet wat hij wil zeggen. De communicatie stokt en de jongeman loopt weg. “Kennelijk vindt hij het een mooi shirt,” zegt W. En zo is het. Op een terrasje tegenover de monumentale hoofdingang met zuilen van het Silvio Piola Stadion zitten twee mannen van middelbare leeftijd in Pro Vercelli-fanshirts na te genieten van de wedstrijd. Tussen hen in is een pluche knuffelleeuw in karakteristiek wit shirt gepositioneerd. De liefde voor de club is alom aanwezig.

Het Piazza Cavour is ondertussen de favoriete plek van W. geworden. Net als gisteren eindigen we daar de middag. We proosten met prosecco op de mooie ervaring die we hebben beleefd. Het zonnetje schijnt en op het plein is rondom het witte beeld van Cavour een kleine manifestatie aan de gang met kraampjes. Het plein wordt vooral bevolkt door jonge gezinnen die aan de bijeenkomst deelnemen. Er zijn veel spelende kinderen op het plein. De sfeer is levendig, vrolijk en amicaal.

De volgende ochtend zitten we er voor vertrek naar Turijn nog een laatste keer koffie te drinken. De zon doet alweer gezellig mee en de sfeer is lekker laidback zoals dat op een maandag hoort te zijn. Twee gebruinde agenten stappen in hun gladde pakjes uit een snel ogende Alfa Romeo en stappen op twee jonge meiden af met wie ze vrolijk beginnen te kletsen. W. vraagt zich hardop af wat Pro Vercelli nou zo bijzonder maakt. Hij heeft genoten van de belevenis dit weekend. Hij pakt het aantekeningenboek en schrijft zijn ervaringen op:

Terwijl ik dit schrijf, zitten we onverwacht weer op het mooiste plekje van Vercelli: Piazza Cavour. Onze trein gaat pas over een uur, dus we besloten nog één keer dit serene plein te bezoeken. Een mooie inspirerende plek om te schrijven, zegt Gideon. En ik ben het wel met hem eens. Een prachtig decor. Vercelli is echt een leuk en charmant stadje. En dat geldt ook voor de voetbalclub. Gisteren beleefde ik in het stadion een soort déjà-vu. Dit was gewoon S.C. Heerenveen in de jaren ’80! Zelfde sfeer op de tribune, de oude fanatieke mannetjes, de staantribunes en het af en toe ergernis opwekkende voetbalspel. Toch echt een tikkeltje lager niveau dan we tegenwoordig in de eredivisie gewend zijn. Maar dit is dan ook de Prima Divisione. En daarom waren de bestuursleden ook zo benaderbaar hier. Ze hebben het nog niet hoog in de bol, maar zijn nog ambitieus en willen een succes maken van deze club met die rijke historie. Lekker kleinschalig nog, precies waarom ik destijds zo dol was op het Heerenveen in de Eerste Divisie. Pro Vercelli is een voetbalclub op z’n allerleukst!” 

In de trein terug naar Turijn sla ik mijn boek van Cesare Pavese open en laat middenin het Piemontese platteland gedachten afdwalen naar bijna honderd jaar terug. Over het huis en de heuvel, de mooie zomer, vriendinnen en de maan en het vuur. Over Pro Vercelli.

zondag 25 september 2011

Dit is calcio. Pro Vercelli vs. Pisa 0-0

Opstellingen der beide elftallen
Pro Vercelli: Valentini, Cancellotti, Murante, Ranellucci, Rosso, Battaglia, Tripoli, Marconi, Iemmello, Disabato, Fabiano.

Pisa: Pugliesi, Ton, Benedetti, Raimondi, Bizzotto, Berardocco, Benvenga, Favasuli, Perez, Carparelli, Ilari. 

Pro Vercelli heeft de eerste twintig minuten na de aftrap het betere van het spel, maar het mantra van de laatste wedstrijden komt al snel tot uiting. De Witte Leeuwen spelen op de aanval en worden gevaarlijk via snelle uitbraken over de vleugels. Het spel stokt echter bij de zestien, niet in de laatste plaats vanwege de jonge spits Pietro Iemmello. W. constateert na een kwartier spelen dat de jeugdinternational wat te lichtvoetig speelt, zelfs wat verwend overkomt. Bij een steekbal start hij net te laat om de bal te kunnen halen en reageert verongelijkt met zijn handen in de lucht. Een paar keer springt de bal van zijn voet, hij functioneert niet als een zeker en vast aanspeelpunt voorin. Daarna wordt Pisa tweemaal gevaarlijk, maar de Pro Vercelli-defensie en doelman Valentini houden het droog achterin.

De West Side zet zijn beste beentje voor en over de tribunes klinkt een stevig “Forza Pro! Forza Pro! Forza Pro!” Er ontstaat een typische Latijnse voetbalsamenzang, als een vraag- en antwoordspel, tussen de Pro Vercelli-tifosi en de Pisa-aanhang, waardoor we in serieuze Italiaanse voetbalsferen belanden. De West Side verzoekt vervolgens om de overwinning (“Vincere! ”) en spoort Andrea Rosso daarmee aan tot een stevige tackle op de bal en tegenstander. That’s the spirit! Een overtreding later heeft de Tribuna dezelfde spirit te pakken. Ook voorzitter Secondo komt van zijn stoel en leeft intens mee.

In de 37e minuut volgt een prachtige actie van Pietro Tripoli. De rechtsbuiten trekt naar binnen en geeft op de rand van de zestien een goede steekbal op Iemmello, die helaas net tekort komt om briljant af te maken. De vader van Calvi, beide handen aan de mond, spoort met een luid “Forza Pro!” de ploeg en de rest van het Silvio Piola Stadion aan. W. geniet. Hij vindt de kleinschaligheid van het gebeuren mooi en trekt een paralel met toen hij medio jaren ’80 op de tribune van het Abe Lenstra Stadion zat. Het klassieke shirt, het historische stadion, de gesprekken, het geklaag en het geschreeuw op de tribunes, het stroop-je-mouwen-op-voetbal. Veel herinnert aan die eerste keer met zijn vader naar het voetbalstadion.

Qua zicht op de wedstrijd zitten we overigens ter hoogte van de middenlijn helemaal perfect. “Het voetbal speelt zich hier vooral af op het middenveld”, zeg ik tegen de vader van Calvi. “In Nederland wordt meer op de aanval gespeeld en is de omschakeling sneller.” Ze weten het. De manier waarop middenvelder Rosso – achteraf volgens de pers de beste Pro Vercelli-speler van de wedstrijd vanwege zijn inzet en omdat hij geen risico neemt – met zijn rug naar de goal van de tegenstander speelt en het spel met ballen terug verdeelt, zou in Nederland echt niet kunnen. Het is duidelijk dat de ploeg door de afwezigheid van Calvi en Vinicio Espinal een spelmaker mist die de lijnen uitzet.

De eerste helft wordt afgesloten zonder doelpunten. In de rust halen we water in de eenvoudige kantine achter de perstribune. Terug op onze plek wissel ik nog wat woorden met de vader van Calvi en zijn vrienden. Als we het hebben over de aanval die steeds stokt rond het strafschopgebied neem ik een typisch Italiaans sportwoord in de mond. “Het ontbreekt voorin aan grinta”, zeg ik tegen de heren. De heren knikken bevestigend, een portie meer verbetenheid voorin zou een stuk schelen. Iemmello krijgt van hen echter het voordeel van de twijfel, ze vinden zijn voetenwerk nu eenmaal indrukwekkend, alleen het doorzetten en afmaken moet beter. Mijn held voorin is Malatesta, dus kijk ik vooral uit naar een invalbeurt van de bankzitter.

Pro Vercelli komt de tweede helft goed uit de startblokken. De West Side laat ook flink van zich horen. “Vincere!” en “Victoria!!” rollen achter elkaar van de Noord-tribune. Gaan voor drie punten is de strekking van de yells. En dat is ook wel gegrond, want Pro Vercelli was in de eerste helft uiteindelijk niets minder dan Pisa. Pro Vercelli krijgt in de 58e minuut een prima kans op de voorsprong. Een crosspass bereikt Tripoli, die vrij voor de keeper opduikt maar rakelings voorlangs schiet. Vlak daarna volgt een vernietigend afstandsschot van Benedetti namens Pisa. Het schot spat rechts van de katachtig en naar de goede hoek duikende Valentini uiteen op de paal. Een luid “Oeh!” galmt door het stadion. Daar kwamen De Witte Leeuwen goed weg.

Dan is het de 70e minuut en tijd voor Malatesta. Onder luid applaus maakt De Bommenwerper met rugnummer 18 zijn entree. Meteen volgt een dot van een kans. Net mis. Het visitekaartje is echter afgegeven. Pro Vercelli heeft weer body voorin. Op de West Side wapperen vlaggen, staan mannen met ontbloot bovenlijf en klinkt het “Forza Pro!” telkenmale. De tifosi staan als een man achter de ploeg. De supporter in het leeuwenpak doet volop mee. “Wat zal die man het warm hebben”, zeg ik tegen W. Laat het een voorbeeld zijn voor De Witte Leeuwen op het veld, die zich nu in het zweet mogen werken voor de overwinning. Pisa breekt dan tweemaal gevaarlijk uit. Op die momenten is het flink oppassen geblazen.

In de 75e minuut wisselt Braghin – met zijn lange wilde haren, stoppelbaard en spijkerbroek aan de zijlijn is hij de ware cultheld van de club – Fabiano voor Armenise. Met het inbrengen van een verdediger voor een aanvaller laat hij zijn intenties duidelijk blijken. De coach wenst het laatste kwartier op safe te spelen en een punt binnen te halen. Als dat maar niet de goden verzoeken is. Maar dit is Italië, calcio. De nul is heilig en scoren is mooi meegenomen. Vader Calvi toont zich een groot supporter op de Tribuna. Hij staat op, schreeuwt wat onverstaanbare woorden richting veld, gooit er nog eens een stevig “Forza Pro!” uit en applaudisseert voor alle mensen die zijn voorbeeld volgen. W. en ik genieten van de man, ook omdat er op het veld even niets valt te beleven. 

Dan wordt Iemmello gewisseld. Zijn vervanger heet Tonani. Iemmello krijgt een stevig applaus vanaf de tribunes. Het applaus is welgemeend en bedoeld als steun aan de jongeman die vorige week nog met een schitterende hakbal op Espinal de overwinning bracht tegen Monza. Kennelijk zijn vader Calvi en zijn vrienden niet de enigen die in het grote talent geloven. Ik besluit Iemmello met veel interesse te blijven volgen dit seizoen.

Twee minuten voor tijd ontstaat er nog een uitgespeelde mogelijkheid uit een counter. De toeschouwers staan massaal verwachtingsvol op, maar gekluns voorin staat afmaken in de weg. Heel veel handen gaan naar het hoofd vergezeld van oerkreten. De wedstrijd eindigt in 0-0.

De vader van Calvi

Om 14.00 uur begeven we ons opnieuw naar het stadion voor de wedstrijd tegen Pisa. Hier heb ik naar uitgekeken, het meemaken van een duel van Pro Vercelli tegen een klassieke tegenstander in een zwaardere competitie en op een moment dat er toe doet. Ook W. heeft zin in de wedstrijd, het is de apotheose van ons bezoek aan Vercelli. De omgeving neemt het treffen ook serieus gegeven de (kaart)controles die we moeten ondergaan voor we het stadion binnen zijn. Het HTM-tramabonnement doet prima zijn werk, pas bij de laatste halte vinden we enige tegenwerking als de carabinieri de aansteker van W. invorderen, maar dan zijn we ook echt binnen.

De vader van Calvi met rugnummer 5. Rechts voor hem
voorzitter Secondo en algemeen directeur Romairone.
De hoofdtribune zit al behoorlijk vol en wij gaan op zoek naar onze plekken op de Tribuna Centrale. De Tribuna Centrale blijkt een klein vak met een beperkt aantal rode stoeltjes te zijn direct achter de lichtblauw gekleurde
eretribune en voor de perstribune met zijn glazen pui. De stoelen zijn genummerd, en op de mijne zit een wat oudere man met kort grijs haar die meteen vriendelijk plaatsmaakt en een rij naar voren opschuift. De man draagt het nieuwste Pro Vercelli-shirt met rugnummer 5. Ik complimenteer hem met het mooie tricot. “Mauro Calvi is mijn zoon”, vertelt hij trots. “Ah, De Generaal”, zeg ik. “Hij speelt vandaag toch niet vanwege een blessure?” De man is blij verrast dat ik zijn zoon ken en kijkt trots richting de twee heren naast hem. Even later klimt de geblesseerde aanvoerder Mauro Calvi iets verderop op krukken de tribune op. Zijn vader draait zich naar mij om en wijst trots naar zijn zoon. Ik zeg hem dat ik Calvi een goede speler vind.

De verbazing neemt verder toe wanneer we ons voorstellen als Nederlandse Pro Vercelli-fans. “Of we in Vercelli wonen of hier toevallig verzeild zijn geraakt?”, probeert één van de heren nog.
“Nee, we zijn speciaal uit Holland voor deze wedstrijd naar Vercelli gekomen”, is mijn antwoord. De heren kijken elkaar een moment vol ongeloof aan en beginnen dan te lachen. We zijn er al aan gewend, want het is niet de eerste keer dat we met gelach onthaald worden deze reis. Met enige inspanning vervolgen we het gesprek in het Italiaans. Al snel begrijpen ze dat ik hun passie voor de club deel.

 Pro Vercelli voor de wedstrijd tegen Pisa.
Als ook voorzitter Massimo Secondo twee plaatsen voor ons op de eretribune zijn plek heeft ingenomen, kan de wedstrijd bijna beginnen. Op de toss volgt een foto van beide elftallen en daarna een minuut stilte, indrukwekkend zoals dat alleen in voetbalstadions kan, voor wie is ons helaas even ontgaan. Dan klinkt het vrolijke clublied en is de toon voor het vervolg gezet. Het belooft immers een mooie voetbalmiddag te worden. De Pisa-supporters staan met enkele tientallen op de Oost-tribune. De Pro Vercelli West Side is een plekje opgeschoven naar de westzijde van de Noord-tribune vanwege de bouwwerkzaamheden op hun vaste plaats. De West Side is goed vertegenwoordigd, met vlaggen, spandoeken en mascotteleeuw Eusebio. Vanaf de hoofdtribune kunnen we goed zien hoe de West-tribune braak ligt, wachtend op een nieuwe bestemming. Eén agent houdt de wacht in het stukje niemandsland. Het knollenveld van drie jaar terug is daarentegen vervangen door een knap kunstgrasveld waar W. de vingers bij aflikt. De wedstrijd mag beginnen.

Op zoek naar oorsprong en afkomst

Op zondagochtend besluiten we na het ontbijt eerst op zoek te gaan naar het Campo della Fiera. Op de plek waar in 1902 voor het eerst een balletje werd getrapt ligt nu het Piazza Mazzini zo heb ik gelezen in de literatuur. We lopen over de Corso Liberta en door de Via Monaco naar het park toe. We nemen er plaats op een bankje en kijken om ons heen. Het is moeilijk voor te stellen dat hier ooit gevoetbald werd. Diagonaal lopen twee paden door het park die elkaar in het midden kruisen. De paden worden aan beide zijden geflankeerd door rijen bomen. Volgens W. zijn ze hartstikke oud. Hij vraagt zich af hoe ze hier ooit hebben kunnen voetballen. Ik probeer me voor de geest te halen hoe Marcello Bertinetti en zijn vrienden hier hebben rondgerend en de bal van voet naar voet speelden.     

Piazza Mazzini
Aan een van de randen van het park staat een oud groen ijzeren fonteintje waar ook voeten gewassen kunnen worden getuige de zilverkleurige voetsteun. Ik vraag me af of de wondermiddenvelders van weleer zich hier wellicht hebben opgefrist na zich in het zweet te hebben gewerkt. Aan de rand van het parkje vragen we een groepje oude mannen waar de plek is waar Pro Vercelli vroeger zijn wedstrijden speelde in de kampioensjaren. Ja, dat weten ze wel. We moeten zo’n honderd meter doorlopen en dan is er een park en dat is de plek. 

We danken de heren hartelijk en lopen in de richting die ze aanwezen. Onderweg lopen we langs een oud gebouw met stenen omheining. W. klimt op de omheining en ziet erachter felgroen gras liggen. Het heeft alles weg van een antiek sportcomplex, maar het terrein lijkt net een maat te klein om zich voor voetbal te lenen. We lopen rond de omheining en komen dan – aan de zuidzijde van het Piazza Mazzini – uit bij de hoofdingang van het complex. Het is een oud en statig gebouwtje (foto onder) en op een bordje naast de voordeur staat dat hier de gymnastiekvereniging van Vercelli huist. Zou dit dan misschien ook het hoofdkwartier zijn geweest van de gymnastiekvereniging van Domenico Luppi, oftewel de moederclub van de voetbalafdeling? 

Het park dat de Italiaanse mannetjes aanwezen, blijkt tegenover de oude militaire kazerne te liggen op het terrein achter het Silvio Piola Stadion. Het is nu een modern stadspark met vooral veel speelmeubelen voor kinderen die gretig worden gebruikt. Her en der staan bomen op het terrein dat over de volle breedte van de kazerne een glooiend landschap kent. Het is zeker groot genoeg voor een voetbalveld met daaromheen de houten schuttingen die ik van de oude foto’s ken. Later was er ook een klassieke houten tribune. Dit is dus de plek waar Pro Vercelli de grote triomfen vierde. Overwinning na overwinning, kampioenschap na kampioenschap werd hier binnengesleept. We nemen plaats op het terras bij het paviljoentje midden in het park en ik laat de plek nog eens goed op me inwerken. 

Na een espresso met bronwater staan we op en lopen richting stadion. Het is elf uur geweest en de kaartverkoop is begonnen. Voor het loket staat een rij, voornamelijk mannen. Ze hebben allemaal keurig hun rijbewijs in de hand en het benodigde geld voor hun kaartjes. De schrik slaat toe. Ik heb namelijk geen legitimatie meegenomen, de Prima Divisione duidelijk onderschat. W. heeft zijn rijbewijs wel in de zak, dus eens zien hoe ver we daarmee komen. De man voor ons vragen we naar de indeling van het stadion. Hij vertelt ons dat de hoofdtribune in drie delen is ingedeeld. Centraal in het midden zijn de duurste plaatsen, aan weerszijden daarvan zijn iets goedkopere zitplaatsen à 20 euro. Aan de voet van de tribune mag je voor 14 euro per plek plaatsnemen. De noord-tribune is zelfs nog iets goedkoper, net als kaarten voor 65-plussers, vrouwen en kinderen.

Wij besluiten voor de gelegenheid de duurste kaarten te kopen, zo leveren we meteen een maximale bijdrage aan de begroting van de club. Het meisje achter de kassa begint te gniffelen als ze begrijpt dat we afkomstig zijn uit Nederland. Dit is duidelijk geen dagelijkse kost voor haar. Ze neemt het rijbewijs van W. aan en doet een poging het vreemde document te ontcijferen. Wanneer ze in haar computersysteem het land van herkomst moet invullen, blijkt Nederland geen optie. Ze ginnegapt erover met haar collega en na wat gelach over en weer wordt W. ten slotte aangemerkt als Duitser (!). Ik sputter nog wat tegen, maar de jongedame is onverbiddelijk. Dan ben ik aan de beurt. Op goed geluk trek ik mijn HTM-tramabonnement ter legitimatie en gelukkig volstaat dat. Wat volgt zijn dezelfde registratiehandelingen en uiteraard word ik ook in het systeem aangemerkt als Duitser. We zijn echter in het bezit van de felbegeerde kaarten en dat neemt de pijn grotendeels weg.

zaterdag 24 september 2011

Van andere kanten opnieuw kennismaken met Vercelli

Drie jaar geleden ging de reis van Milaan naar Vercelli. Ditmaal nemen we de trein uit Turijn. Het is de route die Marcello Bertinetti talloze malen moet hebben afgelegd toen hij studeerde in Turijn en thuiskwam in Vercelli. De eerste voetbal bereikte Vercelli eveneens via deze route. Bertinetti bracht hem mee uit Turijn na een wedstrijd van Juventus te hebben gezien. Diep onder de indruk van het nieuwe balspel kocht hij meteen een voetbal om met vrienden te kunnen spelen op het Campo della Fiera in Vercelli.

Marcello Bertinetti in 1903
Marcello Bertinetti was de homo universalis van Vercelli. Hij was van vele, zo niet alle markten thuis. Bertinetti was in zijn werkzame leven student, soldaat, dokter, techneut, leraar en journalist. Verder stond hij bekend als een betrokken mens en liefhebbende vader. Hij was een moedig man die geen uitdaging uit de weg ging. Een avonturier en pionier pur sang. Als sporter oogstte hij faam door als schermer tweemaal goud te winnen op de Olympische Spelen. Als voetballer maakte hij deel uit van de ploeg die de eerste landstitel van Pro Vercelli won in de pioniersjaren van het Italiaanse voetbal. In zijn tijd was hij een groot atleet strevend naar excellentie. In Vercelli is een straat naar hem vernoemd. 

Het was Bertinetti die de voetbalclub Pro Vercelli oprichtte. Snel daarna ontwikkelde zich een legendarische voetbalploeg die twee decennia lang het Italiaanse voetbal domineerde, grossierde in landstitels en uiteindelijk mythologische proporties aannam. Bertinetti was de centrale man in het elftal dat de landstitel in 1908 won. Hij moet een elegante voetballer zijn geweest. Een intelligente speler met een stijl die doet denken aan schermen. Met de bekende afbeelding van hem in karakteristieke pose is hij samen met Guido Ara en Silvio Piola één van dè iconen in de clubhistorie. Zoals Cruyff, Van Basten en Bergkamp dat zijn voor Ajax, Beckenbauer, Rummenigge en Müller voor Bayern, en Di Stefano, Gento en Kovacs voor Real Madrid.

Gigi Meroni is één van de iconen van Torino, uit de stad waar we ons nu bevinden. De Italiaanse George Best was een vlinder op het veld en maakte eind jaren ‘60 indruk op de Italiaanse velden met fantastische dribbels en het poorten van tegenstanders; zijn handelsmerk. Hij kwam om het leven bij een aanrijding – nota bene door één van zijn fans – na een 4-2 overwinning op Sampdoria in de stad te hebben gevierd. Het monumentje dat voor hem is opgericht op de Corso Re Umberto in Turijn bezoeken we vlak voor vertrek naar Vercelli. Het is een klein eerbetoon aan één van de vele spelers die de Italiaanse voetbalgeschiedenis zo rijk en boeiend maakt. Iets om bij stil te staan, het bezoeken zeker waard.

Op weg naar het station Porto Nuova herinneren we ons de avond tevoren in een Turijns restaurant. “You are crazy!”, zei de ober nadat we afgerekend hadden. “You, Pro Vercelli-supporter?!” Hij barstte in schaterlachen uit. “Where are you from? Olanda? And you come here to see Pro Vercelli? Unbelievable! Who they play?”, vroeg hij. “Pisa”, antwoordde ik. “Pisa very good team”, vervolgde de ober. “Pro Vercelli 0, Pisa...” En weer volgde een lachsalvo. Bij het verlaten van het etablissement wenste hij ons nog veel plezier. Eenmaal op straat meenden we hem nog in de verte te horen. “Pro Vercelli… ha, ha, ha.”

Ondertussen zitten we in de trein op weg naar Vercelli. Het duurt even voordat we het Piedmontese platteland bereiken. De trein dendert eerst nog door de mistroostige buitenwijken en voorsteden van Turijn, die gedomineerd worden door grote inspiratieloze en plompverloren neergezette woonblokken. Na het passeren van een riviertje dienen zich opeens de graanvelden aan. De grasvelden eromheen zijn gemaaid, grote balen hooi liggen her en der verspreid over de velden. Het eerste stationnetje onderweg is Chivasso, veel verroeste sporen en grijze stenen, de schoonheid lijkt er ver te zoeken. Terug in de graanvelden dendert de trein door. De compartimenten rammelen met ouderwets lawaai. De wc in ons compartiment is zoals die vroeger te vinden was in de Nederlandse hondenkoppentreinen. De geur doet denken aan die van de latrines in oude voetbalstadions in volkswijken. Gelukkig verschijnen al gauw de frisse groengele rijstvelden aan de horizon, het teken dat Vercelli nabij is.   

Als we eenmaal buiten het station van Vercelli staan, voelt de terugkeer wel heel vertrouwd aan. Het eerste wat we zien is namelijk een jongen in een voetbalshirt van AZ Alkmaar. De jongen blijkt van Marokkaanse komaf en fan te zijn van El Hamdaoui. Trots laat hij de naam van de ondertussen bij Ajax verguisde spits op zijn shirt zien. Zijn faam reikt kennelijk en niettemin tot in Vercelli. Het is een beetje de omgekeerde wereld, omdat ik als Nederlander hier speciaal voor Pro Vercelli naartoe ben gekomen en deze jongeman uit Vercelli niets liever dan El Hamdaoui zou willen zien spelen. Nederland is echter ver weg en ik prijs mijzelf gelukkig hier te mogen zijn.

We zijn rond het middaguur aangekomen, dus is het allesbehalve druk op straat. We omarmen de rust in stilte, na de hectiek van Turijn en ons dagelijks leven in Nederland. We slenteren met onze tassen over de brede Via Galileo Ferraris, met aan weerszijden rijen bomen, op weg naar ons hotel. Na ons in het hotel te hebben opgefrist begeven we ons naar de Corso Liberta in het oude centrum om te lunchen. We nuttigen vegetarische ravioli in tomaten-basilicumsaus, varkenspenslapjes met een saus van spinazie en worteltjes en spoelen het eten weg met fluweelzacht Piedmontees bier en droge witte wijn uit de streek. Het is 25 graden warm en het gesprek gaat over vroeger, onze jeugd en de verhalen die in onze (familie)geschiedenissen liggen opgesloten.

De St. Andreakerk
Zoals eerder gezegd is W. voor het eerst in Vercelli en dus staan eerst de lokale bezienswaardigheden op het programma. We zien de middeleeuwse torens, het Cavourplein, de St. Eusebiuskathedraal, de synagoge en de St. Andreakerk, die ook zeer bij W. in de smaak valt. Hij vindt het Romaanse bouwwerk prachtig in zijn eenvoud. Wat we zien, laat ik gepaard gaan van anekdotes uit de historie van Pro Vercelli zoals u die al eerder op dit blog hebt kunnen lezen.


Uiteindelijk wandelen we – hoe kan het ook anders – naar het Silvio Piola Stadion. Via de Via XX Settembre komen we langs een parkje bij de achterkant van het stadion uit. De hoofdtribune steekt half boven de stenen muur van de Noord-tribune uit, die overigens van onder tot boven onder kleurrijke graffiti zit. Een enkele schildering verwijst naar de zeven gewonnen scudetti uit tijden dat spuitbussen nog niet bestonden. Boven de stenen muur steken een paar stalen palen uit met daarop een impressie van het nieuwe sportpaleis dat aan de westzijde van het stadion gebouwd gaat worden. Kosten ruim vier miljoen euro. Het ziet er stijlvol en veelbelovend uit. Een aanwinst voor de club.

Pro Vercelli-jeugd viert de treffer
van Gyasi
Dan horen we gejuich. Er is overduidelijk een wedstrijd aan de gang. We lopen om het stadion heen, langs affiches voor de wedstrijd van zondag tegen Pisa, en glippen om de hoek naar binnen door een open poort. Binnen op het terrein houdt een suppoost ons aanvankelijk tegen, de wedstrijd is namelijk zo goed als afgelopen. Na enig aandringen laat hij ons toch binnen, net op het moment dat de ploeg in het rood scoort. De Pro Vercelli-jeugd blijkt een wedstrijd te spelen tegen Varese. In de tien resterende minuten zien we Pro Vercelli nog scoren, de donkere en grote nummer tien scoort knap, en valt er nog een tegendoelpunt ook. De eindstand blijft voor ons echter gissen (later lezen we in de krant dat de wedstrijd in 4-4 eindigde, beide ploegen eindigden door rode kaarten met tien man en de donkere nummer tien heette Gyasi – onthouden die naam.)

Na het laatste fluitsignaal verlaten we onze plekken aan de voet van de hoofdtribune. W. heeft van de drie-goals-in-tien-minuten-wedstrijd genoten. Het was alweer even geleden dat hij een voetbalwedstrijd in een echt stadion had gezien. Het spiksplinternieuwe kunstgrasveld ziet er ook goed uit, in ieder geval vele malen beter dan het knollenveld van drie jaar terug. Dan werp ik een blik opzij en zie een braakliggend stuk land op de plek waar voorheen de West-tribune was en het oude clubgebouwtje stond. Beide zijn verdwenen om plaats te maken voor het nieuwe sportpaleis. Ik vind het jammer, want had W. graag de trofeezaal laten zien om nader kennis te maken met de rijke clubhistorie. Bij de uitgang vernemen we van een medewerker dat de prijzenkasten en andere objecten gedurende de verbouwing elders zijn opgeslagen en niet te zien zijn. Helaas, het is niet anders. We vragen meteen of we al kaarten kunnen kopen voor de wedstrijd van zondag, maar dat blijkt pas op de ochtend van de wedstrijd vanaf elf uur te kunnen.

Buiten passeren we de primitieve kassapoortjes in de muur van de omheining om het stadion. De prijskaart hangt er prominent naast. Een centraal plekje op de hoofdtribune kost maar liefst 35 euro. Het kwartje valt; ik begin een deel van het huidig succes te begrijpen.

woensdag 21 september 2011

Oude tijden herleven, op weg naar Vercelli!

Oude tijden herleven. Met W., een van mijn oudste en beste vrienden, reis ik komend weekend naar Vercelli om een bezoek te brengen aan het Silvio Piola Stadion, de thuisbasis van de voetbalclub die mij het liefst is.

Ik ken W. sinds mijn vierde. We zaten bij elkaar in de klas op de kleuterschool en het moet vrijwel meteen hebben geklikt. We hadden dezelfde interesses. We hielden van spelen met Playmobil, tekenen en schrijven, muziek luisteren, keken James Bond-films en namen cassettetapes op. Daarbinnen verschilden onze smaken, dus we hadden eigenlijk nooit ruzie over speelgoed. Hij schreef en ik tekende, hij hield van The Beatles en ik van Queen, hij vond Roger Moore de beste James Bond en ik Sean Connery. Samen deden we sketches die we op tape zetten. Eén van die opnames hebben we nog: Doif is dod, een klassieker van Toon Hermans. De hang naar nostalgie was toen al aanwezig.

W. kwam uit een echt voetbalgezin en ik niet. Hij haalde de A-jeugd van de plaatselijke voetbalclub, ik speelde een blauwe maandag in de F-jes. Mijn hoogtepunt was de eerste goal die ik scoorde voor dat team. (Van mijn ouders heb ik begrepen dat ik het laatste tikje gaf tegen een bal die uit de kluts voor mijn voeten viel. Het doel was leeg, en de kans zelfs voor een flegmatiek ventje van drie turven hoog niet te missen.) Zijn hoogtepunt kwam jaren later in een wedstrijd tegen de jeugd van Ajax. W. speelde rechtsback en zijn directe tegenstander heette Jordi Cruyff. Jordi scoorde drie keer, dus dat kan het hoogtepunt niet zijn geweest. Nee, het hoogtepunt was dat de vader van Jordi als toeschouwer langs de lijn stond en hem op een zeker moment de bal aangaf om in te werpen. “Hier, de bal”, zei Johan Cruyff tegen hem. Legendarische woorden.

Ook ik had ooit een moment met Johan Cruyff. Na afloop van een oefenduel tussen Heerenveen en Barcelona (Heerenveen had Barcelona die avond uiteraard verslagen zoals wel vaker in die tijd) wachtte ik geduldig voor de uitgang van het oude Abe Lenstra Stadion om handtekeningen te jagen van de sterspelers van de Catalaanse topploeg. Romario, Koeman, Guardiola , Stoichkov, Laudrup, ze zetten allemaal hun krabbel op mijn programmaboekje. En toen kwam De Verlosser naar buiten. De jeugd verzamelde zich om hem heen. Ik stond vooraan. Cruyff droeg een lange regenjas en zocht in zijn binnenzak naar een pen om handtekeningen te kunnen geven. Hij had er geen, dus gaf ik hem de mijne en nam als eerste de beroemde signatuur in ontvangst. Johan ging door met handtekeningen zetten, stak toen de pen in zijn jas en maakte aanstalten om door te lopen. Ik reageerde impulsief en riep: “Johan, mag ik mijn pen alsjeblieft terug?” Cruyff bedacht zich een moment, pakte de pen en gooide hem terug naar mij.

Hij de bal, ik de pen. Zo zijn de rollen deze trip verdeeld. Voor W. is Vercelli totaal onbekend en nieuw. Zoals voor de meesten in Nederland. (W. verkeert zo nu en dan onder presentatoren en toevallig sprak hij onlangs iemand van Studio Sport. Of de presentator ooit van Pro Vercelli had gehoord? Niet dus.) Het wordt dus deels een ontdekkingstocht; ben benieuwd wat hij ervan vindt. We gaan de klassieker tegen Pisa bezoeken. Eén van de ploegen die Pro Vercelli in ver vervlogen tijden versloeg in de finale om het landskampioenschap van Italië. Nu is het podium de Prima Divisione, het derde profniveau in Italië. Pro Vercelli komt dit seizoen voor het eerst in 33 jaar weer uit in die divisie en haalde vier punten uit de eerste drie wedstrijden. Er werd gelijkgespeeld tegen Foggia, verloren van Como en gewonnen van Monza. Het is de vierde wedstrijd van het seizoen en het zal heven. Winst betekent aanhaken bij de top, verlies betekent kijken naar onderen. Kortom, een nieuw kruispunt in de rijke clubgeschiedenis. Prachtig om mee te maken.

zondag 18 september 2011

Kroniek van gemiste kansen? Como & Monza vs. Pro Vercelli

Afgelopen woensdag waren de eerste 25 minuten van de wedstrijd tegen Como zonder meer voor Pro Vercelli. Al in de eerste minuut had Matteo Di Piazza de openingsgoal op zijn schoen, maar hij schoot jammerlijk naast. In de daaropvolgende minuten redde Como-keeper Giambruno twee keer op inzetten van Donato Disabato en wederom Di Piazza. Na een kwartier spelen, volgden enkele mooie combinaties van De Witte Leeuwen elkaar in rap tempo op. Eerst was er een goede combinatie tussen Andrea Rosso en Disabato, een paar minuten later gevolgd door een combinatie tussen Disabato en Tommaso Cancellotti. Beide aanvallen liepen echter op niets uit omdat het eindstation Pietro Iemmello tot tweemaal toe werd afgefloten wegens buitenspel. Tussendoor kreeg Disabato nog een kans. Tot dan toe waren nog maar 25 minuten gespeeld, toen Tavares plotseling namens Como het doel vond. Gelukkig stond hij ook buitenspel en werd de misplaatste tegentreffer afgekeurd. Pro Vercelli nam daarop wederom het initiatief en maakte indruk via Disabato die een afstandsschot van maar liefst dertig meter net naast schoot. De grootste kans was echter vijf minuten voor rust voor Iemmello wiens schot op aangeven van Disabato de paal schampte en rakelings naast ging. 

Meteen na rust ging Di Piazza er weer gevaarlijk met de bal vandoor, maar hij wist het net niet te vinden. Daarna werd de wedstrijd iets minder dynamisch dan de eerste helft, maar de kansen bleven overwegend voor Pro Vercelli. Totdat Alessandro Armenise zijn tweede gele kaart kreeg en het veld mocht verlaten. Tien Witte Leeuwen hadden vervolgens nog steeds het betere van het spel, maar de bal werkte niet mee. Het geluk ontbrak. En dan treden doorgaans de ijzeren wetten van het voetbal in werking. Als je zelf niet scoort dan doet de tegenstander dat wel. Twee minuten in blessuretijd was het dan ook raak: Tavares ‘schoot’ de bal namens Como binnen. “De bal was daarvoor al buiten de lijnen geweest,” constateerde Pro Vercelli-trainer Braghin na afloop. En Tavares zou de bal met zijn hand  binnen hebben gewerkt. Reden voor de Pro Vercelli-spelers om te protesteren. De goal bleef echter staan, hoewel Tavares mocht inrukken. Bij het vieren van zijn goal had de matchwinner zijn shirtje uitgetrokken en dat leverde hem zijn tweede gele kaart op. Iemmello raakte ten slotte diep in blessuretijd nog de lat; van gerechtigheid was al lang geen sprake meer. Braghin bleef na afloop stoïcijns: “Een bal op de lat is ook een misser.”

(SU CORTESE CONCESSIONE DELLA SOCIETA' F.C. PROVERCELLI)
Pro Vercelli verloor dus jammerlijk in het Sinigaglia Stadion en daarmee kwam verrassend genoeg de eerste kritiek los. De provinciale krant La Sesia constateerde nu al – er waren immers nog maar twee wedstrijden gespeeld – dat de ploeg weinig leek te zijn opgeschoten ten opzichte van vorig seizoen, toen de ploeg bij tijd en wijle prachtig voetbal liet zien maar het op de beslissende momenten niet wist af te maken. Kritische vragen volgden: Waarom stonden de beschikbare sterkhouders Stefano Murante, Andrea Marconi, Simone Malatesta en Pietro Tripoli niet in de basis? Hadden juist zij het verschil niet kunnen maken? Kunnen Iemmello en Disabato de ploeg wel dragen? En wat te vinden van Di Piazza? Het waren spontaan opgekomen vraagtekens, aldus La Sesia, die hopelijk in de volgende wedstrijd tegen Monza zouden worden weggenomen. Ondertussen mocht Braghin alweer verder puzzelen aangezien aanvoerder Mauro Calvi op de training van donderdag met een blessure uitviel.  

Bij aanvang van de wedstrijd van zondag tegen Monza bleek dat de onverstoorbare Braghin de critici in ieder geval deels tegemoet kwam. Murante en Marconi stonden in de basisopstelling en Di Piazza kreeg een plekje op de bank toebedeeld ten faveure van Gianni Fabiano. Evenals Tommaso Cancellotti die zijn plek mocht afstaan aan Angelo Bencivenga. Tripoli en Malatesta zaten overigens gewoon weer op de bank. Matteo Bonomi – vorig seizoen aanvoerder – zat als aandachtig toeschouwer op de tribune. De Pro Vercelli-tifosi toonden hun respect en zongen de topscorer van vorig seizoen luidkeels toe. Zou zijn aanwezigheid misschien het verschil maken?

Ondanks het modderveld, door hevige regenval in de uren voor de aftrap, gingen De Witte Leeuwen behoorlijk van start. Fabiano passeerde twee man en wist Iemmello te vinden die de bal recht tegen de vuisten van Monza-doelman Marcandalli schoot. Twee minuten later werd Iemmello wederom bereikt, ditmaal door Disabato, maar de jonge spits stond buitenspel. Daarna kreeg Fabiano in kansrijke positie de bal op aangeven van Murante niet onder controle en een moment later lukte het hem niet de vrijlopende Disabato met een steekpass te bedienen na goed voorwerk van Marconi. Vlak daarna verlengde Vinicio Espinal de bal prima op aangeven van Disabato. De Monza-defensie stond aan de grond genageld, maar voor de goal was geen Pro Vercelli-speler te bekennen om de bal binnen te prikken. Nog geen minuut later volgde weer een goed combinatie tussen Fabiano en Bencivenga, maar wederom was er niemand in de buurt om af te ronden. 

Na zeventien minuten spelen werd Monza via aanvoerder Iacopino voor het eerst gevaarlijk en opeens had de tegenstander de geest te pakken. Twee kansen volgden voordat Fabiano weer iets namens De Witte Leeuwen terug deed. En toen opeens, er waren ruim twintig minuten gespeeld, volgde de niet te missen kans: Murante reet de defensie van Monza uiteen met een schitterende crosspass op Iemmello, die aannam en helemaal vrij voor de keeper verscheen en miste. Een minuut later stond Iemmello weer buitenspel na een goede voorbereidende actie van Fabiano, die langzamerhand wel uitgroeide tot de beste Pro Vercelli-speler op het veld. Dat werd even later bevestigd toen Fabiano een fout van Monza afstrafte met een splijtende pass op Iemmello. Iemmello wist het net wederom niet te vinden. Zo dichtbij de openingstreffer was Pro Vercelli nog niet geweest.  

Ondertussen was Bencivenga in de 25e minuut uitgevallen met een dijbeenblessure. Cancellotti keerde zo als invaller terug in het elftal. Tien minuten later was ook Marco Modolo gedwongen het veld te verlaten. Alberto Masi kwam in zijn plaats. Een moment daarna keken de invallers met angst en beven toe hoe Valentini bij een Monza-aanval te laat uitkwam en mistrapte. Marconi bracht gelukkig alsnog redding, ten koste van een gele kaart. Weer een minuut later kreeg Monza de grootste kans op de openingstreffer. Een spectaculaire actie van Iacopino bleef echter zonder resultaat. Beide ploegen gingen derhalve met 0-0 de rust in, na een eerste helft die voor Pro Vercelli min of meer het spiegelbeeld was van de eerste helft tegen Como eerder deze week. 

In de tweede helft tegen Monza moest het dus gebeuren. Voornamelijk met het elftal dat stond, want door het uitvallen van Bencivenga en Modolo restte Braghin nog slechts een enkele wisselmogelijkheid. Bij rust wisten de Pro Vercelli-fans wel wie die invalbeurt toekwam. Luidkeels werd wisselspeler Simone Malatesta toegezongen. De fans en De Bommenwerper moesten echter hun geduld betrachten, want Braghin hield bij aanvang van de tweede helft vast aan de elf die de eerste helft eindigden. De druk lag dus bij Valentini, Cancellotti, Murante, Ranellucci, Rosso, Modolo, Masi, Espinal, Marconi, Iemmello, Disabato en Fabiano.

(SU CORTESE CONCESSIONE DELLA SOCIETA' F.C. PROVERCELLI)
De eerste indruk van Pro Vercelli in het begin van de tweede helft was goed, de ploeg toonde zich een stuk agressiever en dat was nodig na een eerste helft met weliswaar flink wat kansen, maar met evenzovele fouten en weinig lijn in het spel. Na zes minuten in de tweede helft liet Braghin het drietal Malatesta, Tripoli en Di Piazza warm lopen. Net toen iedereen zich afvroeg wie van de drie zou mogen invallen, was het raak! Met een geweldige hakbal bediende Iemmello Espinal op maat. Espinal faalde op zijn beurt niet en passeerde de Monza-doelman. Goal voor Pro Vercelli!

Tien minuten later had Iemmello de 2-0 op de schoen, maar hij miste. Iemmello en Fabiano kregen nog een paar kansen, maar de uitblinker in het tweede kwartier van de tweede helft was de jonge Cancellotti die door prima in te grijpen Monza twee keer van scoren afhield. Tegen het eind van de wedstrijd was het uiteindelijk Tripoli die in mocht vallen voor Disabato. Op dat moment speelde Pro Vercelli al met man en macht om de voorsprong vast te houden. Iedereen behalve Iemmello speelde achter de bal. ‘Vrouwen en kinderen eerst,’ was het adagium, en dat werd nog eens kracht bijgezet door de onverschrokken Alessandro Ranellucci die tegen het eind van de wedstrijd ter aarde stortte na een venijnige botsing met Monza-aanvaller Ferrario. 

Kortom, u raadt het al; een heldenepos in de maak. De vier minuten blessuretijd waren nog even flink billenknijpen. Monza speelde alles of niets, met alle spelers op de helft van Pro Vercelli. Kyeremateng en Nappello waren namens Monza nog dichtbij de gelijkmaker, maar zagen hun schot respectievelijk gestopt door Alex Valentini en hoog over gaan. De enige Pro Vercelli-speler die in de slotfase nog moest buigen was Masi, die in de allerlaatste minuut zijn tweede gele kaart kreeg. Zo won Pro Vercelli na een week vol gemiste kansen uiteindelijk toch nog drie punten in Monza. Bovenal was dat verdiend. “We wilden vandaag koste wat kost winnen,” zei een euforische Iemmello na afloop van de wedstrijd. Trainer Braghin had hem toen al gecomplimenteerd met zijn weergaloze actie. Iemmello: “Soms heb je een beetje geluk nodig. Espinal stond op het juiste moment op de juiste plaats om af te tikken. Bravo!”

dinsdag 13 september 2011

Blij zijn met Braghin en het team

De lat ligt dit seizoen hoog bij Pro Vercelli, zo valt op te maken uit het commentaar van trainer Braghin na het 0-0 gelijkspel tegen Foggia. De trainer was simpelweg niet tevreden met het spel dat zijn team op de mat had gelegd. "We hebben het niet goed gedaan, ik zag geen glimp van de ploeg die zich tegen Como met flair en vitaliteit presenteerde. Foggia was gewoon beter en veel bewegelijker," aldus Braghin. Voorzitter Secondo stelde zich wat genuanceerder op. Secondo had zich juist voorafgaand aan de wedstrijd enige zorgen gemaakt vanwege de afwezigheid van bepalende spelers en organisatorische beslommeringen. Hij had dan ook genoeg positieve dingen gezien, al was de trainer niet tevreden. Zo kon hij prima leven met het resultaat en prees de jeugd.

Als Nederlander en Pro Vercelli-fan mag ik eigenlijk heel erg blij zijn met Braghin. Hij laat zijn ploeg consequent in een 4-3-3 opstelling spelen, hecht aan attractief, dwingend voetbal, laat de backs mee opkomen, geeft ruimte aan creativiteit en eist passie en inzet. Kortom, veel elementen die overeenkomen met de Hollandse School. Helaas raak ik als fan af en toe verblind door mijn liefde voor calcio, en stel ik resultaat boven ethiek. Gelukkig schudt Braghin de romanticus in mij dan weer wakker. En dat is waar het mij bij de liefde voor Pro Vercelli om gaat; in ware essentie een romantische en nostalgische voetbalbeleving. (En heel stiekem dromen van een terugkeer in de Serie A..)

Uiteindelijk draait het niet om de trainer, de voorzitter of een Nederlandse voetbalromanticus. Het draait om de spelers, zou Cruijff zeggen. Vandaar dat we ten slotte de meeste waarde hechten aan de uitspraak van rechtsback Cancellotti in aanloop naar de deze week opnieuw te spelen wedstrijd tegen Como: "Wij zijn er klaar voor. We willen tegen Como een goed resultaat neerzetten met voor Pro Vercelli herkenbaar voetbal."

zondag 11 september 2011

Pro Vercelli vs. Foggia 0-0

En of Pro Vercelli een mooi resultaat boekte tegen Foggia? Jazeker! Met het 0-0 gelijkspel is het eerste punt in de Prima Divisione binnen, en zoals vooraf gezegd zou ieder punt tegen De Kleine Satans als winst gevierd mogen worden. Alleen het resultaat is dus al een feestje waard. Verder hielden De Witte Leeuwen de nul en werd er aanvallend het nodige gevaar gesticht. Vooral de beide Pietro’s (Iemmello en Tripoli) vielen voorin positief op. 

(SU CORTESE CONCESSIONE DELLA SOCIETA' F.C. PROVERCELLI)
Er waren overigens kansen over en weer, maar beide ploegen hadden hun zaakjes verdedigend op orde. Aan de kant van Pro Vercelli speelde vooral de jonge rechtsback Cancellotti een goede wedstrijd. In de eerste helft viel hij op met behoedzaam verdedigend spel en bracht hij vanaf de rechterflank aanvallende impulsen in de ploeg. De andere uitblinker aan de zijde van De Withemden was aanvoerder Calvi, die met zijn ervaring en vrijwel foutloos spel zondermeer de dragende speler was. Iemmello brak een aantal keer goed door en wist zich te onderscheiden door ook bij balverlies te blijven jagen op de bal. Tripoli viel na een uur spelen prima in.

(SU CORTESE CONCESSIONE DELLA SOCIETA' F.C. PROVERCELLI)
1.997 toeschouwers hadden een plekje in het Silvio Piola Stadion gevonden om getuige te zijn van de rentree van De Witte Leeuwen in de Prima Divisione. In de statistieken bij een Italiaanse voetbalwedstrijd wordt daar altijd gedetailleerd op ingegaan: 1.126 betalende toeschouwers, 590 seizoenkaarthouders en 281 geaccrediteerde bezoekers zorgden voor een recette van 15.000 euro.

dinsdag 6 september 2011

Over goden en Satanelli

Als de weergoden ons goed zijn gezind zal Pro Vercelli komend weekend haar eerste officiële wedstrijd van het seizoen mogen uitspelen. En als de goden ons gunstig gezind zijn, kan er thuis meteen een feestje worden gevierd. De tegenstander in het Silvio Piola Stadion is namelijk een relatief bekende naam: Foggia. Veel Nederlanders kennen die club vast nog uit het begin van de jaren negentig toen onder leiding van wondertrainer Zdenek Zeman furore werd gemaakt in de Serie A en waar de Nederlander Bryan Roy in twee seizoenen tijd uitgroeide tot cultheld. Nu wordt Foggia getipt als kandidaat voor de play-offs in de Prima Divisione. Pro Vercelli geldt als outsider. Punten halen tegen deze tegenstander zal dus een prachtig resultaat zijn.

De gloriejaren van Foggia liepen van 1991 tot 1995. De club stuntte die jaren dusdanig in de Serie A dat al gauw gesproken werd over Foggia dei Miracoli. De club kon iedere tegenstander aan en vergaarde (inter)nationale roem met het attractieve voetbal dat werd gespeeld. De kenmerkende spelstijl van de ploeg kreeg in Italië zelfs een eigen benaming: Zemanlandia. Daarbij kon Foggia in die tijd diverse klasbakken opstellen, zoals de aanvallers Giuseppe Signori, Francesco Baiano, Roberto Rambaudi en de Russische ster Igor Shalimov. Drie seizoenen lang eindigde de ploeg op een respectabele plaats in de middenmoot. Na het vertrek van de sterspelers was de club echter aangewezen op de jeugd en duurde het niet lang totdat de onafwendbare degradatie volgde. 

Foggia raakte vervolgens in financiële problemen en zakte in sneltreinvaart af naar uiteindelijk de Serie C2. Later wist de club weer enigszins omhoog te klauteren naar de Serie C1 waarin de afgelopen seizoenen regelmatig werd meegestreden om promotie via de play-offs. En vorig seizoen was daar opeens verrassend nieuws: de terugkeer van de drie beleidsbepalers uit de gloriejaren. Eigenaar Pasquale Casillo, voetbaldirecteur Giuseppe Pavone en trainer Zdenek Zeman wisten het sprookje van weleer echter geen direct vervolg te geven. Afgelopen voorjaar verliet Zeman de club na een teleurstellende zesde plek in de eindrangschikking en viel de wonderlijke Drievuldigheid alweer uiteen. De huidige trainer heet Valter Bonacina, die voor het eerst op eigen benen staat. De voormalig speler en jeugdtrainer van Atalanta Bergamo beschikt over goede Italiaanse spelers en voormalig jeugdinternationals zoals Dario Venitucci, Riccardo Perpetuini en Christian Triboni. Desalniettemin verloor de ploeg in de eerste speelronde thuis met 1-2 van Benevento, overigens één van de titelfavorieten dit seizoen.

Laten we hopen dat Pro Vercelli de afgelopen weken geleerd heeft van de ervaringen in de beker en het afgebroken duel tegen Como. Dat de messen geslepen mogen zijn, het vizier op scherp staat en De Witte Leeuwen brullen als vanouds. De goden zullen ons dan vast beter gezind zijn dan de tegenstanders die door het leven gaan als i Satanelli (De Kleine Satans).

maandag 5 september 2011

Lessen trekken zonder pijn

Afgelopen woensdag speelde Pro Vercelli de laatste wedstrijd in de eerste bekerronde. Er werd met 1-1 gelijkgespeeld tegen Montichiari en dat was genoeg voor De Witte Leeuwen om zich voor de volgende ronde te plaatsen. Kansen waren er alom voor Pro Vercelli, maar desalniettemin gingen de ploegen al met de 1-1 eindstand de rust in. Modolo scoorde namens Pro Vercelli uit een corner. Vlak voor rust werd een tweede goal van Modolo afgekeurd. Ook in de tweede helft kreeg Pro Vercelli nog kansen. Waar het volgens trainer Braghin in zijn ploeg aan ontbrak was een flinke dosis agressie. Een serieuze les voor het vervolg, waarbij de ploeg volgens de trainer een voorbeeld mag nemen aan centrale verdediger Ranellucci die als enige het mes wel tussen de tanden had.

(SU CORTESE CONCESSIONE DELLA SOCIETA' F.C. PROVERCELLI)
Dat vervolg kwam helaas nog niet tegen Como, want het weer was afgelopen zondag spelbreker in het Sinigaglia Stadion. Na een kwartier spelen in de tweede helft werd het treffen door scheidsrechter Ripa afgelast wegens de slechte staat van het veld ten gevolge van de regenval. De tussenstand was op dat moment 2-1 in het voordeel van Como. De wedstrijd zal op een later moment in zijn geheel over worden gespeeld.

Het doelpunt dat Matteo di Piazza in de derde minuut van de tweede helft maakte, verdwijnt dan ook niet in de boeken. Zo blijft Donato Roda voorlopig nog even de laatste speler die namens De Witte Leeuwen op dit niveau scoorde (op 11 juni 1978 in de met 0-2 gewonnen uitwedstrijd tegen Pro Patria.) Lang zal het echter niet meer duren voordat Roda een opvolger heeft. De commentaren op tuttoprovercelli.com spraken wat dat betreft voor zich. Voorzitter Secondo zag zijn ploeg mede gelet op het aantal afwezigen een goede prestatie leveren, algemeen directeur Romairone zag Pro Vercelli zelfs prachtig voetballen en trainer Braghin had vooral een goede eerste helft gezien..

Pro Vercelli had de eerste helft dan ook de nodige kansen gecreëerd. Secondo had er op de tribune van het Sinigaglia-stadion wel vijf of zes geteld. Iemmello, Disabato, Santoni en Di Piazza kwamen allemaal in scoringspositie, maar wisten het net niet te vinden. Daartegenover stond helaas een effectiever Como, dat drie kansen kreeg en twee benutte. Het voorproefje van een hernieuwde kennismaking met de Prima Divisione heeft de ploeg wat dat betreft wakker geschud; kansen moet je op dit niveau zelf benutten en anders doet de tegenstander dat wel. Genoeg leermomenten om de komende week aan te werken, was dan ook de les die Braghin uit het duel trok. Een duel dat we verder dus mogen vergeten. 

Laten we ons dan ten slotte richten op ander nieuws. Romairone wist de ploeg vorige week namelijk vlak voor het sluiten van de transfermarkt nog te versterken met een laatste speler. Alessandro Armenise mocht zich op de valreep in een wit hemd hijsen. Hij kan op de plek van Murante spelen (zijn positie was nog niet dubbel bezet) en heeft de afgelopen tien jaar onder meer namens Varese, Bari, Teramo, Lanciano en Martina ervaring opgedaan in de Serie B en C1.