zondag 21 september 2008

Pro Vercelli vs. Valenzana, verslag van een bijgewoonde wedstrijd

Uit mijn koffer pak ik mijn keurig gestreken klassieke witte voetbalshirt van Pro Vercelli. Het is weliswaar een replica, maar dat doet niets af aan de schoonheid. De kraag met veters lijkt zeer authentiek en het grote zwart-witte logo met rood kruis op de linkerborst straalt een en al nostalgie uit. Als ik het shirt heb aangetrokken, ga ik op het balkon van mijn hotelkamer in de zon staan. Op een balkon van het flatgebouw aan de overkant verschijnt een vader met zijn zoontje. De vader steekt een rotje af en werpt het naar beneden. Kaboem! De knal klinkt hard. Het jongetje schrikt even, maar kraait een moment later van plezier. Zijn vader heeft nog een rotje en steekt het af. Kaboem!, klinkt het weer. Dan ziet de vader mij in het shirt van Pro Vercelli staan. Even maken we oogcontact en vervolgens steekt hij zijn vuisten gebald in de lucht. Ik doe hetzelfde. Het is de dag van de derby tegen Valenzana en de verwachtingen zijn hooggespannen.

Het aantal Valenzana-supporters dat is komen opdagen voor de derby is laag. Twee mannen staan op de stenen trappen van het uitvak rechts van ons. Wij zitten heerlijk op de hoofdtribune. Als je het gras zou kunnen ruiken zou het helemaal perfect zijn, maar helaas ligt er maar weinig gras op het veld. De wedstrijdspanning begint ons in de greep te krijgen, net zoals bij de zenuwachtig keuvelende oude mannetjes die achter ons zitten. En bij de voorzitter die vlak voor de aftrap even verderop de tribune opstijgt en duidelijk een bezorgde grimas op het gezicht heeft. Een overwinning zou welkom zijn. Al was het alleen maar om de romantiek van het klassieke Italiaanse voetbal hier in volle glorie te mogen beleven.

Aftrap Pro Vercelli - Valenzana
De scheidsrechter fluit voor de aftrap en Valenzana verovert onmiddellijk de bal om gevaarlijk door te breken. De buitenspelval van Vercelli werkt niet en klungelig wordt de bal door de schutterende verdediging net voor het doel weggewerkt. De verdediging krijgt meteen de wind van voren van het verontwaardigde thuispubliek, maar vier minuten later slaat de stemming in een fractie van een seconde om. Na een goede voorzet van linksback Daniel Bresciani verslaat centrale verdediger Roberto Bandirali de doelman van Valenzana in de lucht. Goal voor Vercelli! Het staat 1-0 en de verontwaardiging op de tribune maakt op slag plaats voor gejuich. Het spoort de spelers helaas niet aan om door te drukken. Pro Vercelli is weliswaar iets sterker, maar blijft ondanks het overwicht angstvallig met vier man achterin spelen tegenover één verdwaalde aanvaller van Valenzana.

Voor onze ogen wordt al snel een ouderwetse pot hots-knots-middenveldvoetbal gespeeld. Het slechte veld deert de ontketende middenvelder Rosario La Marca echter niet. Hij is zichtbaar in zijn element op het knollenveld en schoffelt als een bezetene in de rondte. Je zou willen zeggen in de traditie van de vroegere wondermiddenvelders, maar een op hol geslagen Witte Leeuw lijkt een passender omschrijving voor de man met de lange blonde manen. Middenvelder Marco Didu onttrekt zich dan opeens een moment aan de middenveldmalaise en speelt met een mooie pass spits Emanuele Chiaretti vrij die de bal op zijn beurt opzichtig verprutst. Het spel speelt zich ondertussen vrijwel volledig af op de helft van Valenzana. Opnieuw een goede voorzet van links wordt kansloos gemist door Roberto Barbieri en de bal gaat enorm hoog over.

Geroezemoes overheerst op de tribune als Valenzana vervolgens het initiatief overneemt. Kort daarvoor is de doelman van de bezoekers geblesseerd uitgevallen, maar dat deert de tegenstander niet. Valenzana komt een aantal keer gevaarlijk uit de hoek nadat Pro Vercelli kansen heeft gemist, en bij de laatste uitbraak schiet de nummer negen de bal rakelings voorlangs. Het publiek om ons heen wordt stiller, maar dat lijkt nergens voor nodig aangezien het daaropvolgende aanvalsspel van Valenzana in dienst staat van fopduiken die niet worden beloond door de scheidsrechter.

Eerste helft Pro Vercelli - Valenzana
Pro Vercelli is dan weer aan zet en het spel wordt ruiger. De spelers van Valenzana komen handen en voeten tekort om de aanvallende Witte Leeuwen af te weren, maar worden keer op keer geholpen door een haperende voorhoede die stokt voor de zestien. De spelers van Pro Vercelli slagen er niet in om goede voorzetten af te leveren hoewel de vrije man op de flanken regelmatig wordt gevonden. Beide teams houden tien man achter de bal. Er is veel strijd, maar weinig voetbal. Trainer Gaudenzi komt vlak voor rust de dug-out uit en spoort zijn Witte Leeuwen aan voor een slotoffensief. Het mag niet baten, want de klad zit er aan beide zijden helemaal in. Een man voor ons schreeuwt het uit van frustratie en vraagt met wilde armgebaren om passie en inzet. Om ons heen wordt gemord. Barbieri krijgt nog een goede kans en mist. Het is rust.

Wanneer de scheidsrechter fluit voor de start van de tweede helft begint de zon spontaan en veelbelovend te schijnen. Pro Vercelli valt gelijk aan, maar de aanvallen stranden hopeloos. Het valt op dat er niet of nauwelijks wordt gezongen en gescandeerd door het publiek. Hoopvol houden we het maar op gepaste bescheidenheid, hoewel het team best een steuntje in de rug kan gebruiken. Verontwaardigd schreeuwen kan het publiek echter als geen ander. Bij overtredingen op Barbieri vallen alle mogelijke Italiaanse scheldwoorden als een stortbui naar beneden. En dan opeens klinkt uit de hoek van het stadion een voorzichtig “Forza Pro!” Blijkbaar heeft een aantal fans door dat de ploeg het niet alleen afkan. Helaas werkt het averechts, want Didu beantwoordt de aanmoedigingen met een absolute knudde bal, die hoog buiten de lijnen het stadion uitvliegt. De hele hoofdtribune springt verontwaardigd overeind en wenst nu Didu het ergste toe. Flessen water worden op het veld gegooid. Didu wordt gewisseld en druipt af. Het publiek heeft door dat het invloed heeft. “Forza Pro! Forza Pro! Forza Pro!”, klinkt het door het stadion.

Tweede helft Pro Vercelli - Valenzana
Valenzana valt aan. Penalty!!! Het leek erop dat de spits van Valenzana struikelde over de bal, maar de scheidsrechter is onverbiddelijk en wijst naar de stip. Het publiek kijkt gelaten toe hoe keeper Michele Castagnone naar de verkeerde hoek duikt en Riccardo Riva de penalty namens Valenzana eenvoudig binnenschiet. “Gooooaaaal!!!!”, een paar rijen achter ons schreeuwt een man het luidkeels uit van geluk en meteen wordt een spervuur aan verwensingen op de eenzame Valenzana-supporter afgeschoten. Hij incasseert de scheldkanonnade triomfantelijk met een brede lach op het gezicht. Het staat 1-1 en frustratie overheerst in het Silvio Piola Stadion. De oude mannetjes achter ons mopperen met krakende en brommende stemmen. Het publiek aan de overkant laat luidkeels het ongenoegen blijken over de arbitrage. Wanneer een speler van Pro Vercelli daarop een gele kaart krijgt, explodeert het stadion. Op onze tribune moet de Valenzana-supporter het weer ontgelden. Mannen staan op, gaan ze hem lynchen?

De scheidsrechter uit Rovigno fluit absoluut niet in het voordeel van Pro Vercelli en deelt wel erg gemakkelijk gele kaarten uit aan de spelers van de thuisclub. Je ziet de mensen op de tribune zich afvragen hoe de partijdigheid verklaard kan worden. Is de scheidsrechter omgekocht? Hoe ver reikt de rijkdom en invloed van de steenrijke voorzitter van Valenzana? Wat zet onze voorzitter daar tegenover? Dan daalt de voorzitter van Pro Vercelli opeens van de tribune af. Hij gaat achter de dug-out staan en staart strak als een krijgsheer over het strijdveld. Hij lijkt een moment oogcontact te maken met de scheidsrechter. Hoe ver reikt zijn invloed? Kan hij het verschil maken?

Het lijkt er even op, want opeens wordt er een rode kaart getrokken voor een speler van Valenzana. Zomaar uit het niets. Soeverein keert onze voorzitter terug naar zijn plek op de tribune. De vrije trap die Pro Vercelli krijgt, verdwijnt naast het doel. Pro Vercelli wisselt. Domenico Bettini, één van de huurlingen van Torino, komt in het veld en gaat er meteen vol in. Even davert het “Forza Pro!” weer over het veld, maar de aanvallen blijven stranden zonder enig gevolg van betekenis.

Via Masaua na aflloop van de wedstrijd
Dan fluit de scheidsrechter voor het einde en met het hoofd tussen de schouders verlaat de aanhang teleurgesteld de hoofdtribune. In een hoek van het stadion verzamelen de voorzitter en een paar andere hoge heren zich. Uit hun lichaamstaal valt op te maken dat er crisisberaad wordt gehouden. Met enige spot stellen we vast dat dit gelijkspel absoluut niet aanvoelt als een overwinning zoals dat ooit tegen Liverpool wel het geval was. Het sluit treffend aan op het gevoel van de doorsnee Pro Vercelli-supporter. Die snakt naar een overwinning en hoe langer die uitblijft, des te meer neemt de frustratie toe. We hoorden het toen de supporters zich schaamteloos afreageerden op de Valenzana-fan in ons vak en we zien het aan de teleurgestelde blikken van de mensen die ons bij het verlaten van de tribune stilletjes groeten.

De mythe is voorbij en het is duidelijk geworden hoe zeer de club gebukt gaat onder het verleden. De spelers van nu dragen de antieke scudetti als een loden last op hun schouders. Wondermiddenvelders van weleer kijken op het huidige elftal neer als sterren aan een onbereikbare voetbalhemel. Geen enkele speler in de huidige selectie mag de schoenveters van Silvio Piola strikken. Zelfs de kleinste dorpsclubs komen tegenwoordig brutaal naar Vercelli om punten te halen. Niets is immers mooier dan een Witte Leeuw in het nauw te zien lijden. Over de tribune dwarrelt een achtergelaten clubkrantje. Het valt voor mijn voeten en ik lees in vetgedrukte letters op de voorpagina: ‘Stop het syndroom van Silvio Piola!’ De kop treft doel, want nostalgie naar het verleden en verbeelding in het heden zijn hier aan alle kanten ingehaald door de meedogenloze realiteit. In Valenzana viert men ondertussen feest.

zaterdag 20 september 2008

Exclusief bezoek aan bestuurs- annex trofeekamer

De bestuurskamer van Pro Vercelli
Voor een klein oud stenen gebouwtje naast de hoofdtribune van het stadion wacht een man ons op. Hij begroet ons hartelijk en stelt zich voor als een bestuurslid van de club. Samen lopen we naar binnen en al snel blijken we in het hart van de mythe te zijn aanbeland. Het oude clubgebouw straalt van binnen een en al historie uit. De trofeekamer, die we even later binnenstappen, doet tevens dienst als bestuurskamer. De enorme bestuurstafel domineert de achterste helft van de zaal. De wanden zijn behangen met oude foto’s in grote lijsten. Aan weerszijden van de zaal staan vele bekers en andere memorabilia uit vervlogen tijden uitgestald. Op de vloer liggen prachtige oude geblokte plavuizen, in zwarte en grijs-witte tinten. Een imposante rij zilverwerk staat opgesteld in de zaal. Het bestuurslid leidt ons rond en stopt bij een foto met daarop een elftal in witte shirts. Hij vertelt ons vol trots dat het nationale elftal van Italië zijn eerste interland in witte shirts speelde als hommage aan het grote Pro Vercelli. Pro Vercelli was zelfs zo dominant in het Italiaanse voetbal dat negen spelers van de club in het nationale elftal werden opgesteld voor de interland tegen België die op 1 mei 1913 werd gespeeld. Italië won deze wedstrijd met 1-0 dankzij een goal van Guido Ara. Na afloop van de wedstrijd werd in Vercelli een telegram bezorgd met de tekst: “Pro Vercelli batte Belgio 1 a 0.” Het bewuste telegram hangt ingelijst naast de elftalfoto.

Een trofeekast in de bestuurskamer
Doelpuntenmaker Guido Ara belichaamde het succes van Pro Vercelli in één persoon. Ara werd op 28 augustus 1888 in Vercelli geboren en was de enige die alle zeven landstitels met Pro Vercelli won. Als wondermiddenvelder won hij de eerste vijf scudetti en hij speelde tevens in het team dat de titel in 1921 won. Het seizoen daarop sleepte hij het landskampioenschap binnen als debuterend trainer. Tussen 1908 en 1921 speelde hij 168 wedstrijden voor Pro Vercelli en maakte zeven doelpunten. Bovendien is hij de speler die in dienst van Pro Vercelli de meeste interlands speelde: dertien caps en één goal. Op de enorme portretcollage die voor onze neus hangt, prijkt hij bovenaan de lijst van alle Pro Vercelli-internationals.
“Wie is uw favoriete speler in de historie van Pro Vercelli?”, vraag ik het bestuurslid, hopend op een vurig pleidooi voor Ara, Bertinetti, Milano, Rosetta of Piola.
“Massimo Carrera”, is zijn verrassende antwoord. Hoewel Carrera terug kan blikken op een prachtige carrière in het Italiaanse voetbal, is hij er de laatste twee seizoenen bij Pro Vercelli niet in geslaagd een prestatie van formaat neer te zetten. “Met hem kan ik goed opschieten. Hebben jullie op de tentoonstelling in de stad trouwens het portret van oud-voorzitter Bozino gezien?”, vraagt het bestuurslid. “Bozino was advocaat van beroep, net als ik.”

We laten deze toevalligheid voor wat het is en vragen hoe de club er vandaag de dag voorstaat. Dit weekend kan Pro Vercelli de eerste overwinning in de competitie boeken en dat is broodnodig ook. Met twee behaalde punten uit drie wedstrijden verkeert de zevenvoudige landskampioen al vroeg in het seizoen onderin de Serie C2a, en dat is niet conform de verwachtingen. Het rijmt niet met de ambities die de club deze zomer op de transfermarkt toonde. De ene na de andere aankoop werd binnengehaald. Van linksback Daniel Bresciani tot de lange en kalende ervaren spits Roberto Barberis. Verder kwamen de talenten Domenico Bettini en Loreto Lo Bosco over van Torino en Andrea Ciolli van Juventus. Het bestuurslid wijt de valse start vooral aan blessures en rode kaarten in de eerste wedstrijden van het seizoen.

Oude foto's en tekeningen in de bestuurskamer 
Gemakshalve keert hij terug naar de geschiedenis en laat ons een foto zien van juichende spelers van Internazionale na het winnen van de finale om het landskampioenschap van 1910. Het verhaal is bijna even legendarisch als de winst van de zeven scudetti. In 1910 werd voor het eerst een nationale competitie met puntentelling gespeeld, die onbeslist eindigde omdat Internazionale en Pro Vercelli ieder vijfentwintig punten behaalden. Volgens de reglementen moest een finalewedstrijd tussen beide teams worden gespeeld en die werd op 24 april 1910 vastgesteld. Die datum kwam Pro Vercelli echter buitengewoon slecht uit omdat de basisspelers Giovanni Innocenti, Vincenzo Fresia en Felice Milano dezelfde dag een wedstrijd met het militaire elftal moesten spelen. Pro Vercelli diende daarom een verzoek in om de finale te verzetten, maar de Italiaanse voetbalbond en Inter gaven nul op het rekest. Uit protest trad Pro Vercelli in de finale aan met een veredeld jeugdelftal, dat voornamelijk bestond uit spelers in de leeftijd van tien tot vijftien jaar. Als gevolg van het krachtsverschil ging Pro Vercelli kansloos met 3-10 ten onder tegen Inter. De nederlaag kwam keihard aan en tot overmaat van ramp werd de club na afloop een boete opgelegd en tot het einde van het jaar geschorst vanwege het protest en onsportief gedrag. Het was een nederlaag die tot op de dag van vandaag pijn doet bij iedere oprechte Pro Vercelli-aanhanger.

“Het was het eerste kampioenschap van Inter”, zegt het bestuurslid zonder blikken of blozen en op een toon die enig genoegen verraadt. “Is de club wel in handen van de juiste mensen?“, vraag ik me af. Gelukkig biedt de volgende foto de kans op revanche. We zien op een ingelijste zwart-wit foto de start van een hardloopwedstrijd. Uiterst rechts is aanvoerder Giuseppe Milano duidelijk herkenbaar. Het lijkt erop dat ik het bestuurslid verras met mijn kennis van het verhaal over de handreiking van Inter om Pro Vercelli door middel van een onderlinge atletiekwedstrijd de kans te geven zich te revancheren voor de ongelukkig verloren voetbalfinale. Drie onderdelen stonden op het programma: de estafette en de 250 en 1.000 meter hardlopen. Onder aanvoering van Giuseppe Milano won Pro Vercelli twee van de drie onderdelen. Triomfantelijk kijk ik het bestuurslid aan.

Klassieke foto's en objecten in de bestuurskamer
Ondertussen zijn we bij een volgende foto aanbeland en het bestuurslid vertelt dat de club in het seizoen 1970-1971 op curieuze wijze promoveerde. Na in de reguliere competitie gelijk te zijn geëindigd met rivaal Biellese diende een dubbel treffen tussen beide clubs te beslissen wie zou promoveren. De eerste wedstrijd eindigde, voor maar liefst 35.000 toeschouwers in het Stadio Communale in Turijn, net als de return in een gelijkspel. De dubbele ontmoeting bleef daarmee onbeslist en dus werd het pleit beslecht met een munt worp, de zogenaamde monita. De toenmalige aanvoerder Bruno Rossi koos kop en het lot wees Pro Vercelli aan als de gelukkige winnaar. Op de foto zien we Rossi, met beide handen in de lucht, omhoog springen van vreugde, terwijl de scheidsrechter en de aanvoerder van Biellese naar het muntje op de grond staren.

We wandelen het gebouwtje weer uit en staan opeens naast de klassieke hoofdtribune. Daar worden we afgeleid door twee mannen. Ze blijken een lokale journalist en een oud-speler van de club te zijn, met overduidelijke goedkeuring werpen ze een blik op mijn replicashirt. De spanning is echter van hun gezichten af te lezen. Het is duidelijk dat het er deze week om gaat. De oud-speler bevestigt het vermoeden: “Er moet gewonnen worden van Valenzana.” 
“Hoe sterk is Valenzana?”, vraag ik nieuwsgierig. Ik weet weinig van de onbekende buurman. Volgens het bestuurslid is Valenzana geen echte club, want ze hebben geen enkele traditie. “De club is slechts een speeltje van een zeer rijke voorzitter die toevallig van voetbal houdt en afkomstig is uit Valenzana. Het is ongetwijfeld een prestigestrijd voor hem, maar niet voor ons. Tegen Valenzana zullen we het tij keren.”
“Hoever reiken de ambities van Pro Vercelli eigenlijk?”, vraag ik het bestuurslid.
“Momenteel gaat het goed met de club”, antwoordt hij. “Dit jaar is de ambitie om te promoveren. Onze voorzitter is een rijk man en wil veel met de club.”
”Denkt u dat we hem kunnen ontmoeten?”
“Heel misschien dat het kan, maar het is niet zeker of hij de wedstrijd zal bijwonen. De slechte resultaten van de laatste weken doen zijn gezondheid allesbehalve goed.”

Het bestuurslid moet zich vervolgens verontschuldigen en de oud-speler neemt het stokje van hem over. De man spreekt echter zo slecht Engels dat de verbale communicatie al snel stokt. Met veel moeite weet hij te vertellen dat hij in de jaren zestig enkele wedstrijden voor Pro Vercelli speelde. Tot zijn hoogtepunten behoorde een vriendschappelijk toernooi in Arnhem toen hij speelde tegen één van de tweelingbroers Van de Kerkhof, maar welke van de twee is hij vergeten.

donderdag 18 september 2008

Over Campo della Fiera, Stadio Robbiano en Panissa

We lopen naar het stadion van Pro Vercelli om alvast in alle rust een kijkje te nemen. Onderweg lopen we langs een billboard waar een aanplakbiljet voor de wedstrijd van zondag op hangt: Pro Vercelli tegen Valenzana. We ontcijferen de tekst en lezen: "Gratis toegang voor vrouwen en kinderen." Een opvallende zin aangezien Mister Pro Vercelli, Guido Ara, ooit de legendarische uitspraak deed dat voetbal geen spel voor kleine meisjes is. Het billboard staat aan het Piazza Mazzini, de plek waar vroeger het Campo della Fiera lag. Dat was het veldje waar Marcello Bertinetti en zijn vrienden Piero Albertini, Adolfo Severi en Francesco Visconti in 1902 voor het eerst een balletje trapten. De bal had Bertinetti meegebracht uit Turijn. Hij had hem gekocht na een wedstrijd van Juventus te hebben bijgewoond en was meteen verkocht van het spel. Ondertussen lopen wij op een ruim wandelpad en door een haag van bomen over de Viale delle Rimembranze. Op de bankjes aan de zijkant van het pad zitten ouden van dagen gezellig te keuvelen, jonge verliefde stelletjes innig verstrengeld in elkaar en opgeschoten jongeren met iPods.

De jeugd traint op het hoofdveld van Stadio Silvio Piola
We vragen een oude man in ons beste Italiaans de weg naar het Silvio Piola Stadion aan de Via Massaua. We volgen zijn routebeschrijving nauwkeurig op en even later verschijnt de monumentale hoofdtribune van het stadion in ons gezichtsveld. De hekken staan op een kier en stiekem glippen we het terrein op. Daar zien we dat op het hoofdveld aan twee groepen plaatselijke jeugd training wordt gegeven. Aan de ene kant van het veld dribbelen kleine mannetjes met veel plezier in de rondte en aan de andere kant houden ze ballen die groter dan hun hoofden zijn volleerd koppend in de lucht. Ze dragen allemaal mooie tenuetjes in de zwart-witte clubkleuren. Blijkbaar wordt hier niet bezuinigd op de basis. Pro Vercelli was naar men zegt de eerste voetbalclub met een serieuze jeugdopleiding. In het vroege bestaan van de club bestonden de teams vrijwel alleen uit jonge spelers uit de streek. Het kampioensteam van 1908 had bijvoorbeeld een gemiddelde leeftijd van twintig jaar.

De momunmentale hoofdtribune van Stadio Silvio Piola
De hoofdtribune van het stadion dat dateert uit 1932 en in eerste instantie de naam van de lokale luchtvaartpionier Leonida Robbiano droeg, is in werkelijk prachtige staat. In het Robbiano Stadion pasten nog zo’n twaalfduizend toeschouwers. Nu biedt het Silvio Piola Stadion plaats aan ongeveer achtduizend toeschouwers, waarvan duizend plaats kunnen nemen op deze hoofdtribune. In het midden van de tribune zijn blauwe en rode kuipstoeltjes geplaatst voor bestuur, eregasten en sponsors. Daarboven dienen witte stoeltjes achter een grote glazen pui als perstribune. De rest van de tribune bestaat uit kuipstoeltjes in gebroken wit. Ze passen goed bij het beton en pleisterwerk dat in wit-beige tinten is geschilderd. Verder vallen de donkergroene balustrades en de palen onder het houten dak op. De hooftribune wordt vandaag bevolkt door enkele plukjes mensen. Het zijn voornamelijk familieleden van de pupillen op het veld. Aan de rechterkant van het stadion staan flats. De bewoners van die appartementen hebben op wedstrijddagen ongetwijfeld de betere plaatsen. Op de lange tribune aan de overzijde groeien bomen. Het zijn stille getuigen van het rijke verleden dat zich hier afspeelde. Zo hebben de bomen spits Bajardi hier het eerste doelpunt ooit in de Serie A zien maken.

Het begint te schemeren en we laten het stadion voor wat het is. Zondag zullen we er immers terugkeren voor de wedstrijd. Op ons gemak wandelen we terug naar ons hotel-restaurant waar we de afsluiting van de dag willen vieren met kikkerbilletjes, een streekspecialiteit die je niet mag missen. We eten een verrukkelijke traditionele Piemontese maaltijd. De panissa, een klassieke schotel uit Vercelli met in wijn gesmoorde rijst met bonen, uien, spek en salami, blijkt een ware smaaksensatie. In plaats van kikkerbilletjes krijgen we een bord vol met hele gefrituurde kikkertjes, die niettemin één voor één in onze kelen verdwijnen. Het eten spoelen we weg met een sublieme fles robijnrode, rijpfruitige en kruidige Gattinara-wijn uit 2001, afkomstig uit de streek en met een reputatie die tot eeuwen teruggaat. In combinatie met de jubileumvlag van Pro Vercelli die schuin boven onze tafel hangt is de avond helemaal af.

woensdag 17 september 2008

Vercelli in het heden en enkele helden uit het verleden


Piazza Cavour
Het is stil op straat. Vercelli blijkt een zodanig typisch slaperig Italiaans provinciestadje waar de mensen tussen twaalf en drie nog rust nemen en het openbare leven een pas op de plaats maakt. Het is prachtig weer en we dwalen door de verlaten middeleeuwse straatjes richting het oude centrum. Op een terrasje om de hoek van de centrale winkelstraat Corso Liberta eten we gnocchi met gegrilde groenten en traditioneel bereid draadjesvlees in combinatie met een goede lokale rode wijn. Daarna lopen we de Corso Liberta tot het einde af. De straat komt uit op het Piazza Cavour dat het hart van de stad vormt. Midden op het plein staat een groot wit marmeren beeld van de Piedmontese staatsman Graaf Camillo Benso di Cavour. De oude huizen aan het plein zijn prachtig gekleurd, okergeel, zachtgroen en vaal roze. Aan de overkant steekt de karakteristieke middeleeuwse Engelentoren fier boven het plein uit. Wat later stuiten we op de rand van het oude centrum op de St. Eusebiuskathedraal, vernoemd naar de beschermheilige van Vercelli, die overigens een alleraardigste bijrol in de geschiedenis van Pro Vercelli speelde. Op 3 augustus 1903, een dag na de feestdag van St. Eusebius, richtte Marcello Bertinetti het voetbalteam Pro Vercelli op. Diezelfde dag speelde hij en zijn maten voor het eerst een wedstrijd, tegen een team uit Novara met de naam Forza e Constanza. Het team van Bertinetti droeg die wedstrijd zwart-wit gestreepte shirts waarvan de strepen na de eerste wasbeurt waren verdwenen. Daarop werd besloten in het vervolg witte shirts te dragen. Niet alleen omdat die eenvoudiger gewassen konden worden, maar ook omdat het wit verwees naar de feestdag van de Heilige Eusebius.

Via de St. Eusebiuskathedraal belanden we in het midden van de stad voor een groot modern gebouw met op de voorgevel een enorme uitvergrote zwartwitafbeelding van een historisch elftal tegen een achtergrond van een lichtblauwe hemel met hier en daar een wolkje. Mannen in witte hemden kijken stoer, trots en zelfverzekerd in de camera. Sommigen dragen snorren, anderen mutsjes en de doelman draagt een klassieke keeperspet op zijn hoofd. Het is de kampioensploeg van Pro Vercelli uit 1908.

Marcello Bertinetti en Gideon Dionysius
In het pand blijkt een tentoonstelling te zijn ingericht ter ere van het honderdjarig jubileum van de winst van de eerste scudetto. Direct na binnenkomst zien we aan onze rechterhand een geïmproviseerde balie met fan artikelen. Er liggen jubileumshirts, boeken en vaantjes, maar er is niemand aanwezig. We lopen door de grote glazen deur tegenover de balie en stappen een zaal binnen die met behulp van grote schotten is opgedeeld in drie expositieruimtes. Op de schotten hangen grote posters met nog meer oude afbeeldingen, waarop in witte letters tegen een donkere achtergrond de voetballegende wordt gepresenteerd. Ons oog valt meteen op een enorm portret van een man van middelbare leeftijd. Hij draagt een deftig pak en een karakteristieke krul snor. Er zit een scheur in het doek, maar dat doet niets af aan de imposante verschijning. Het blijkt de advocaat Luigi Bozino te zijn. Vanaf 1896 was hij decennialang voorzitter van de club. Hij vergaarde verder bekendheid als voorzitter van de Italiaanse voetbalbond en vicepresident van de FIFA. Onder zijn leiding ontwikkelde Pro Vercelli zich stormachtig en begon de periode van sportieve voorspoed. In de hoek van de zaal staan twee levensgrote kartonnen afbeeldingen van clubiconen Marcello Bertinetti en Giuseppe Milano. De besnorde Bertinetti staat in een karakteristieke pose: Handen ligt gebogen op de rug, het ene been voor het andere en de borst ferm naar voren gestoken. Hij draagt een wit shirt met een brede horizontale zwarte band op de borst waarop in sierlijke witte letters ‘Pro Vercelli’ staat geborduurd. In de buurt van zijn afbeelding hangen zijn Olympische diploma’s. Hij koos na het winnen van de eerste scudetto voor een carrière in het schermen en won in die sport op drie verschillende Olympische Spelen maar liefst vier medailles, waarvan tweemaal goud.

Giuseppe Milano kwam aanzienlijk langer uit voor Pro Vercelli en speelde een toonaangevende rol in het Italiaanse voetbal. Op het karton is hij afgebeeld als aanvoerder van de Squadra Azzura, het Italiaanse nationale voetbalelftal. Hij staat er heel ontspannen bij, met de bal onder zijn rechterarm en lacht als een echte ster naar het vogeltje. Milano maakte deel uit van de spelbepalende Linea mediana delle Meraviglie (Middenveld van de Wonderen) dat verder uit de spelers Pietro Leone en Guido Ara bestond. De drie wondermiddenvelders waren ruwe spelers, maar ook zeer atletisch en fit omdat ze tevens gymnastiek beoefenden. Ze speelden een bepalende rol in de successen van Pro Vercelli.

Op een andere wand staan de namen en emblemen van alle buitenlandse clubs afgebeeld waartegen Pro Vercelli door de jaren heen heeft gespeeld. Het logo van Liverpool staat er ook tussen. In 1922 wist Pro Vercelli namelijk in een vriendschappelijk duel met die club een gelijkspel uit het vuur te slepen dat als een overwinning werd gevierd. Liverpool beschikte in die tijd over het absolute droomelftal in Europa en dus was het gelijkspel een zware domper voor de Engelsen. Het was de enige wedstrijd die ze niet wisten te winnen tijdens een uitgebreide Europese tournee. Op het aanbod van Liverpool-trainer Connell om de wedstrijd tegen betaling opnieuw te spelen, antwoordde Pro Vercelli-trainer/speler Giuseppe Parodi zelfverzekerd en in gebrekkig Engels: “You haven’t defeated us today, and you’ll never ever succeed in!” De uitspraak staat in gouden letters op de wand geschilderd. Parodi had overigens gelijk, want bij die ene wedstrijd tussen de twee grootmachten is het tot op heden gebleven.

Verder staat het logo van Red Star Olympique uit Parijs op de wand. In een vriendschappelijke wedstrijd tegen die club maakte Silvio Piola zijn debuut voor Pro Vercelli en scoorde gelijk twee keer. De Hongaarse trainer van Pro Vercelli liet de zestienjarige Silvio op 16 februari 1930 in een officiële competitiewedstrijd tegen Bologna debuteren. Dat seizoen maakte Silvio dertien doelpunten. In de herfst van 1934 werd hij door Lazio Roma ingelijfd na in totaal eenenvijftig competitiedoelpunten voor Pro Vercelli te hebben gemaakt. Een succesvolle periode bij Lazio volgde en daarna kwam Silvio Piola nog uit voor Torino, Juventus en Novara. Hij is nog altijd eeuwig topscorer van de Serie A met 274 goals in 536 duels. Ingelijst aan de muur hangt het blauwe shirt dat Silvio op 24 maart 1935 droeg tijdens zijn debuut voor de nationale ploeg in een interland tegen Oostenrijk. In goudgele letters is een tekst op het shirt geborduurd die herinnert aan zijn eerste interlandgoals die hij in die wedstrijd scoorde. Het waren de eerste twee doelpunten van in totaal dertig in vierendertig interlands. In dienst van Italië won Silvio Piola het Wereldkampioenschap in 1938 nadat hij in de finale hoogstpersoonlijk twee doelpunten maakte in de 4-2 overwinning op Hongarije.

Ondanks zijn omzwervingen en wereldfaam bleef Silvio Vercelli naar verluidt altijd trouw. Zijn medespeler en goede vriend, Vincenzo Scordo, vertelde later eens dat Silvio Piola altijd sprak over zijn geliefde stad Vercelli. De zoon van Vercelli werd er opvallend genoeg niet geboren, maar kwam op 29 september 1913 in Robbio Lomellina ter wereld. Het gezin Piola kon er echter niet aarden en verhuisde daarom tien maanden na de geboorte van Silvio naar Vercelli waar hij dus grotendeels opgroeide en bovendien leerde voetballen. Dat deed hij op straat en in de plaatselijke jeugdselectie met zijn plaatselijke vrienden en latere collega-internationals Teobaldo Depetrini en Pietro Ferraris. De liefde tussen Piola en Vercelli was overigens geheel wederzijds, want in 1998 werd het voetbalstadion van Pro Vercelli naar hem vernoemd.

Na het museum te hebben verlaten laten we de boel bezinken op een terras op het Piazza Cavour. Tevreden neemt mijn reisgenoot een slok wijn en steekt een sigaret op. Hij blaast cirkeltjes rook de hemel in. Voor het café staan drie volwassen mannen te kijken naar een muisje dat op de stoeprand zit. De inwoners van Vercelli hoeven zich overduidelijk niet ten koste van anderen te bewijzen. Ze leven in een prachtig stadje, de rijstbouw garandeert hun inkomsten en de legende van Pro Vercelli het aanzien. De zon schijnt nog altijd heerlijk. Een accordeonspeler verschijnt en speelt een nostalgisch deuntje.

Op naar Vercelli

De trein naar Vercelli
Op het centraal station van Milaan is het allesbehalve rustig en stil. De stationshal staat net als de rest van het enorme witmarmeren bouwwerk voor een grondige renovatie in de steigers. Het is er een drukte van jewelste en tegelijk een vrolijke chaos. Mensen in alle soorten en maten lopen als mieren door elkaar heen. Een omroeper informeert reizigers aan de lopende band over vertrektijden, treinen en perrons. Voor de perrons roken oude mannetjes sigaretten terwijl ze wachten op wat komen gaat. Op perron vier staat de regionale trein naar Turijn klaar voor vertrek. De trein vertrekt mooi op tijd en mijn reisgenoot en ik zijn op weg naar Vercelli. Het duurt niet lang of Milaan verdwijnt uit het zicht en het landschap gaat over van stad naar platteland. Van beton, stenen en staal naar groen, geel en bruin. De trein rijdt dwars door de provincie en stopt op kleine stationnetjes met namen als Rho en Magenta. Het zijn onbekende dorpjes die het mooie landschap breken en tegelijk karakter geven. De mensen in de trein zijn rustig en spreken met gedempte stemmen. Schuin tegenover mij zit een jongedame. Zou ze ook naar Vercelli reizen? Ze slaapt. Met een papiertje veeg ik een stuk van het vies geworden treinraampje schoon en kijk naar buiten. We zijn duidelijk dieper in de provincie aanbeland en rijden nu door uitgestrekte weilanden en maïsvelden. Hier en daar staan groepjes bomen. Een gigantische koepel steekt aan de horizon hoog boven een stadje uit. Het is de 121 meter hoge koepel van de St. Gaudenzokerk in Novara, de stad waar de legendarische Italiaanse spits Silvio Piola in de nadagen van zijn carrière aan de lopende band doelpunten bleef produceren zoals hij dat altijd en overal had gedaan. Piola begon daar overigens mee in Vercelli, maar daarover later meer.

Het station van Vercelli

Eenmaal buiten Novara wordt het landschap tot aan de horizon gedomineerd door kilometerslange rijstvelden. Vercelli is niet voor niets de Italiaanse hoofdstad van rijst en risotto. De aanblik van de geelgroene velden in de nevelige najaarszon is fantastisch. Ooit stond de actrice Silvana Mangano in de film Riso Amaro hier als onkruidwiedster tot aan haar knieën in het water. Nu rijden enorme oogstmachines over de akkers terwijl de trein het kabbelende riviertje de Sesia passeert en Vercelli ons welkom heet. Enorme silo’s torenen uit boven de overkapping van het perron waar de trein met piepende remmen stopt. De meeste perrons van het stationnetje zijn verlaten en op veel plekken wordt de rails door onkruid overwoekerd. Een tunneltje onder het spoor door leidt naar het stationsplein. De dertiende eeuwse St. Andreabasiliek, die het kampioensfeest van 1908 zeker heeft aanschouwd, is aan de overzijde van het plein gelegen.

Ons hotel ligt iets verderop. Er hangt een jubileumvlag van Pro Vercelli hoog in stok boven de deur. De man achter de hotelbalie begroet ons vriendelijk. Hij stelt zich voor en blijkt de eigenaar van het hotel-restaurant te zijn.
“Wat brengt jullie naar Vercelli?”, vraagt hij nieuwsgierig.
“We zijn gekomen om een wedstrijd van Pro Vercelli te zien“, antwoord ik. De man schudt zijn hoofd in onbegrip en meldt dat hij niet zoveel van voetbal snapt.